romeinen quiz

Het Romeinse Rijk
Quiz + limes
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk
Quiz + limes

Slide 1 - Slide

Een aristocratische bestuursvorm is:
A
Een koning heeft de macht
B
een groep rijke burgers heeft de macht
C
het hele volk is aan de macht
D
een alleenheerser

Slide 2 - Quiz

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 3 - Quiz

Een republiek is.....

Slide 4 - Open question

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 6 - Quiz

Julius Caesar was de eerste
keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de mannen die
Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren

Slide 8 - Quiz

Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 9 - Quiz

Monarchie
Republiek
Één persoon heeft de macht
De macht wordt gedeeld. 

Slide 10 - Drag question

De machtsovername van Julius Caesar was een ... voor het ontstaan van het Keizerrijk
A
oorzaak
B
gevolg
C
ramp

Slide 11 - Quiz

Noem meerdere gevolgen van het bestuur door keizer Augustus

Slide 12 - Open question

Wat waren de voordelen van het beroepsleger voor de Romeinen?

Slide 13 - Open question

Wat is romanisering?

Slide 14 - Open question

Hoe zorgden Romeinse handelaren voor romanisering?

Slide 15 - Open question

Hoe zorgde het Romeinse leger voor romanisering?

Slide 16 - Open question

De mensen in de veroverde gebieden vonden het niet altijd leuk dat de Romeinen de baas waren. Maar er waren ook voordelen. 
Zet de teksten in het juiste vak.
GEEN voordeel van de verovering
WEL voordeel van de verovering
De mensen namen de godsdienst van de Romeinen over.


De Romeinen bouwden steden.

De mensen kwamen niet in opstand tegen de Romeinen.

C De mensen konden spullen verkopen aan de Romeinen.

Slide 17 - Drag question

Zet de volgende gebeurtenissen en periodes in de goede volgorde van tijd.
Pax Romana
Stichting van Rome
Julius Caesar wordt dictator
Octavianus wint de burgeroorlogen en wordt de eerste keizer.

Slide 18 - Drag question

Proletariaat
Gladiatoren
Limes
Pax Romana
Pompeï
1 2 3 4 5 
Brood en spelen
Bezitlozen 
Landgrens 
Romeins vrede 
Vulkaan uitbarsting
I II III IV V

Slide 19 - Drag question

Groei van de handel
Oorzaken

Gevolg
Door de Pax Romana hebben soldaten tijd over
Handel over verharde wegen is veilig
Soldaten leggen verharde wegen aan

Slide 20 - Drag question

Arme Romeinen
Kosteloos voedsel en amusement
Personen met macht
Vechter in amfitheater
Proletariaat
Brood en spelen
Autoriteiten
Gladiator

Slide 21 - Drag question

Waarom zouden de Romeinen tolerant zijn naar andere culturen?
A
Om de rust te bewaren in het immense Romeinse rijk
B
Omdat de Romeinen zich niet heel erg bezig hielden met cultuur
C
Romeinen waren praktisch ingesteld en namen zelf ook veel dingen over
D
De Romeinen hadden van te voren al bedacht dat zij multicultureel wilden worden

Slide 22 - Quiz

Maak de juiste combinaties.
Sleep de letters naar de juiste cijfers.
grens van het Romeinse rijk
migratie van een volk
overeenkomst, afspraak
samenwerking
bondgenootschap
limes
verdrag
volksverhuizing

Slide 23 - Drag question

Zet de zinnen op de juiste plek
Past bij het begrip volksverhuizingen
Klopt niet met het begrip volksverhuizingen
Veel Germaanse volkeren zochten bescherming bij de Romeinen.
De Germaanse volkeren trokken tijdens de volksverhuizingen het Romeinse rijk binnen.
Door de volksverhuizingen kwam er een einde aan het
West- Romeinse rijk. 

De Romeinse grenzen waren zo sterk dat de Germaanse volkeren niet binnen konden dringen.
De volksverhuizingen gebeurden in de 4e en 5e eeuw.

Slide 24 - Drag question