This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Europa : klimaten enbegroeiing
5.3
Slide 1 - Slide
H5P2: Relief en klimaat.
Ik ken de verschillende klimaten, namelijk Middellands zeeklimaat, zeeklimaat, landklimaat en toendraklimaat; en leer de kenmerken daarvan
Tekstboek bladzijde 76 en 77
Aardrijkskunde
Tekstboek bladzijde 76 en 77
Werkboek bladzijde 11 en 12
Opdracht 1 tot en met 8
Tekstboek bladzijde 76 en 77
Werkboek bladzijde 11 en 12
Opdracht 1 tot en met 8
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Zeeklimaat
Middellandse Zeeklimaat
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Landklimaat
Klimaat in Europa
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Toendraklimaat
Gebieden op hoge breedte waar de gemiddelde temperatuur in de winter beneden -10°C is en het in de zomer niet warmer wordt dan 10°C, hebben een toendraklimaat. Er groeien mossen, grassen en lage struiken.
naaldboomgordel / taiga
De naaldboomgordel of taiga is een gebied waar bijna alleen naaldbomen groeien. In de winter is het gemiddeld kouder dan -3 graden C. Bij deze koude temperaturen kunnen de meeste loofbomen niet overleven.
boomgrens
Als het in de winter kouder is dan gemiddeld -3 graden C en in de zomer is het niet warmer dan gemiddeld 10 graden C, dan groeien er geen bomen meer. Die zomertemperatuur is de boomgrens. Vanaf de boomgrens begint de toendra.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
permafrost / toendra
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Welk klimaat herken je op de klimaatgrafiek?
A
Toendraklimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Middellandse zeeklimaat
Slide 18 - Quiz
Welk klimaat herken je op deze klimaatgrafiek?
A
Toendraklimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Middellandse zeeklmaat
Slide 19 - Quiz
Welk klimaat herken je op deze klimaatgrafiek?
A
Toendraklimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Middellandse zeeklimaat
Slide 20 - Quiz
Wat is het verschil tussen een landklimaat en een toendraklimaat?