Licht

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Waarnemen met Licht

In de Learning Portal werk je aan het onderdeel 'Waarnemen met Licht'.

Werk de volgende dia's door en beantwoord tussentijds de vragen. 
Je kunt altijd stoppen en op een later moment verder gaan waar je was gebleven.

Wat zijn lichtbronnen en welke lichtbronnen zijn er?

Bekijk in de Learning Portal de video die hoort bij "Wat zijn lichtbronnen en welke lichtbronnen zijn er."

Beantwoord de vragen van de volgende dia's.

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- scherm van een mobiel

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- TV

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- vuur

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- LED Lamp

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- Lamp

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- zon

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- bosbrand

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- laser

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef bij deze lichtbron aan of het een natuurlijke of kunstmatige lichtbron is:
- bliksem

1. Natuurlijk
2. Kunstmatig

Geef aan wat direct en indirect licht is.

Bekijk in de Learning Portal de video die hoort bij "Geef aan wat direct en indirect licht is".

Beantwoord de vragen van de volgende dia's.

Schrijf in je eigen woorden op wat 'direct licht' is.

Schrijf in je eigen woorden op wat 'indirect licht' is.

Schrijf in je eigen woorden op wat 'diffuus licht' is.

Geef aan welke lichtbundels er bestaan.

Lees in de Learning Portal de tekst die hoort bij "Geef aan welke lichtbundels er bestaan".

Beantwoord de vragen van de volgende dia's.

Wat moet er op de stipjes komen te staan in de volgende zin:
Een aantal lichtstralen bij elkaar noemen we een ....

Welke soorten lichtbundels bestaan er.
Je moet hier 3 lichtbundels noemen!

Waaraan kun je een evenwijdige lichtbundel herkennen? Gebruik in je antwoord de woorden lichtstralen en richting.

Waaraan kun je een divergerende lichtbundel herkennen? Gebruik in je antwoord de woorden lichtstralen en richting.

Waaraan kun je een convergerende lichtbundel herkennen? Gebruik in je antwoord de woorden lichtstralen en richting.

Hiernaast zie je 3
soorten lichtbundels.
Hoe noem je lichtbundel A?

1. Evenwijdige lichtbundel
2. Convergerende lichtbundel
3. Divergerende lichtbundel

Hiernaast zie je 3
soorten lichtbundels.
Hoe noem je lichtbundel B?

1. Evenwijdige lichtbundel
2. Convergerende lichtbundel
3. Divergerende lichtbundel

Hiernaast zie je 3
soorten lichtbundels.
Hoe noem je lichtbundel C?

1. Evenwijdige lichtbundel
2. Convergerende lichtbundel
3. Divergerende lichtbundel

Hoe kun je weten waar schaduw is en waar niet?

Bekijk in de Learning Portal de video die hoort bij "Geef aan welke lichtbundels er bestaan".

Beantwoord de vragen van de volgende dia's.

Lichtstralen zijn afkomstig van een lichtbron.

1. Waar
2. Niet waar

Lichtstralen verplaatsen zich volgens een rechte lijn.

1. Waar
2. Niet waar

Leg in je eigen woorden uit hoe een schaduw ontstaat.

Geef aan wat direct, indriect en diffuus licht is.

Bekijk in de Learning Portal de video die hoort bij "Geef aan wat direct, indirect en diffuus licht is en teken zelf een schaduw"

Beantwoord de vragen van de volgende dia's.

Wat moet er op de stipjes komen te staan in de volgende zin:
"Alleen lichtbronnen geven ..... licht".

1. Diffuus
2. Indirect
3. Direct
4. Evenwijdig

Wat moet er op de stipjes komen te staan in de volgende zin:
"Alle andere voorwerpen die we zien en die zelf geen licht geven, geven ... licht".

1. Diffuus
2. Indirect
3. Direct
4. Evenwijdig

Wat moet er op de stipjes komen te staan in de volgende zin:
"De zon staat zo ver weg dat alle lichtstralen ... op de aarde vallen".

1. Diffuus
2. Indirect
3. Direct
4. Evenwijdig

Wat moet er op de stipjes komen te staan in de volgende zin:
"Bij een lamp wordt de ..A.. groter als een voorwerp ..B.. bij (of van) de lamp staat".

1. A = schaduw; B = verder
2. A = lichtsterkte; B = verder
3. A = schaduw; B = dichter
4. A = lichtsterkte; B = dichter

Leerdoelen Licht

• Ik weet wat directe en indirecte lichtbronnen zijn.
• Ik weet wat evenwijdige, divergerende en convergerende lichtbundels zijn.
• Ik weet hoe een schaduw ontstaat en dat een schaduw dezelfde vorm heeft als het voorwerp.

Geef in de volgende dia aan in hoeverre jij denkt dat je de leerdoelen beheerst.

In hoeverre beheers jij de leerdoelen van dit onderdeel "Licht"?

😒🙁😐🙂😃

Einde werkdoelen 'Licht" 

Vink je werkdoelen in de Learning Portal voor dit onderdeel af!