Week 2 - Les 1

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Week 2 - Lesson 1

Planning

Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen

1) Bestuderen vocab §2.5

2) Uitleg comparisons

3) LessonUp opdracht maken

4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11

Doornemen words & expressions §2.5

P. 88 + 89

Planning

Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen

1) Bestuderen vocab §2.5

2) Uitleg comparisons

3) LessonUp opdracht maken

4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11

De 3 trappen

Trap 1: Positive degree

big / beautiful / good / bad / intelligent

Trap 2: Comparative degree

bigger / more beautiful / better / worse / more intelligent

Trap 3: Superlative degree

biggest / most beautiful / best / worst / most intelligent

-er / -est

1 Lettergreep = plak ER of EST achter het woord

big - bigger than - the biggest

tall - taller than - the tallest

white - whiter than - the whitest

Spellingsregel 1

Woorden van twéé lettergrepen op -y krijgen ook -er / -est

Happy / Happier than / The happiest

Pretty / Prettier than / The prettiest

more / most

2 Lettergrepen of meer = plak MORE of MOST vóór het woord

beautiful / more beautiful than / the  most beautiful

interesting / more interesting than / the most interesting

stunning / more stunning than / the most stunning

(not )as ... as

* 2 dingen zijn bijna hetzelfde

* 2 dingen zijn NIET hetzelfde

You're as tall as my brother.

She is as old as her cousin.

Your girlfriend is almost as pretty as mine.

Comparisons = vergelijkingen

	Stellende trap	Vergrotende trap (comparative)	Overtreffende trap (superlative)
één lettergreep	Bijvoeglijk naamwoord big nice	.....+er than bigger than nicer than	the .....+est the biggest the nicest
twee of meer lettergrepen	Bijvoeglijk naamwoord powerful interesting	More ..... than more powerful than more interesting than	the most ..... the most powerful the most interesting
twee lettergrepen op y	Bijvoeglijk naamwoord pretty funny	y --> ier than prettier than funnier than	the y--> iest the prettiest the funniest
Uitzonderingen	Bijvoeglijk naamwoord good bad far little	Uit je hoofd leren better than worse than further than less than	Uit je hoofd leren the best the worst the furthest the least

Als twee dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je as ... as / not as ... as

I am not as smart as my brother. You are as tall as your sister.

My friend is ____ than my brother. (fat)

It's a watermelon inside a watermelon, it's the ____ thing I've ever seen! (beautiful)

She is ____ at English than her classmates. (good)

English is _____ than French. (interesting)

He is ____ than her sister. (scary)

This is the ____ film I've seen. (terrifying)

Planning

Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen

1) Bestuderen vocab §2.5

2) Uitleg comparisons

3) LessonUp opdracht maken

4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11

LessonUp opdracht

Vul bij de volgende zinnen steeds de juiste vorm van de trappen van vergelijking in

Vergeet niet om ook 'the' of 'than' in te vullen

Winter is ... spring. (cold)

The living room is ______ room in our house. (big)

Girls are __________ boys. ( quiet)

My garden is ___________ a park. (small)

Rugby is as ___________ football. ( dangerous)

A sofa is ___________ a chair (comfortable)

Her dress is (short) mine.

Which way is the (short)?

This rule is (important) than that rule.

That is (bad) thing I have ever heard.

Jessica is my (good) friend.

That film is (interesting) as the other film.

Planning

Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen

1) Bestuderen vocab §2.5

2) Uitleg comparisons

3) LessonUp opdracht maken

4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11

Homework

Huiswerk volgende week:

1) Maken opdr 1 t/m 11 van §2.5

2) Maken Test Jezelf §2.5

Huiswerk volgende les:

1) Leren woorden §2.5