les 3 bijvoeglijke naamwoorden (2, 12 en 13)

Spelling blok 5
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling blok 5

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les: 
- heb je de spelling van de bijvoeglijke naamwoorden nog eens herhaald. 
- eerst kijken we het werk van vorige les na.

Slide 2 - Diapositive

nakijken opdracht 8
1 gerend
2 gedanst
3 geschaafd
4 geblaft
5 verhuisd
6 veranderd
7 gedownload
8 gezwommen

Slide 3 - Diapositive

nakijken opdracht 9
1-3 a. snottert                                g. probeerde, stootte
 b opgeladen                                  h. beantwoord, gewonnen
 c gescand                                       i. meldde, beschadigd
 d houd                                              j. wordt, georganiseerd
 e perste
 f Vindt


Slide 4 - Diapositive

nakijken opdracht 10
1 gekocht                                               6. gerepareerd
2 raakte                                                   7. beweerde (of beweert)
3 beschadigd                                       8. vergoeden
4 vertoont                                               9. vind
5 vertelde                                                10. valt 



Slide 5 - Diapositive

nakijken opdracht 11 (deel 1) 
Wat een geroddel!
Word Wordt er bij jou op school geroddeld? Vast wel! Roddelen gebeurd gebeurt overal en altijd. Waarschijnlijk doe jij er zelf soms ook aan mee. Net als ik.
Gisteren nog praten praatten we onaardig over een klasgenoot. 
Over zijn rare kleren en zijn vette haar.  Ik deed enthousiast mee, tot ik ineens besefde besefte: 'Wat een geroddel!' 

Slide 6 - Diapositive

nakijken opdracht 11 (deel 2) 
Ik hield meteen mijn mond.
Roddelen is niet leuk, maar volgens deskundigen heeft het ook goede kanten. Je roddelt als je je jaloers of boos voelt. Als je dat gevoel met iemand deelt, voel je je vaak beter. Bovendien versterkt het geroddel de band die je samen hebt.
Roddelen is wél slecht als je leugens verteldt vertelt. En als je een ander erdoor beschadigd beschadigt


Slide 7 - Diapositive

nakijken opdracht 11 (deel 3) 
Of als je hebt belooft beloofd iets niet door te vertellen, maar dat toch doet.
Op een dag hoordde hoorde ik toevallig hoe een vriendin een roddel over mij verspreide verspreidde. Je snapt dat ik die vriendschap meteen beëindigt beëindigd heb.


Slide 8 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Diapositive

meestal
eindigt het op een -e 
de blauwe trui                                   het dikke boek                      de kale kop 

Slide 10 - Diapositive

Materiaal
Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk materiaal het is gemaakt, dan schrijf je er altijd -en achter. 

de houten stoel                     de gouden ring                               de wollen trui. 

Slide 11 - Diapositive

behalve bij: modern materiaal
als het van een modern materiaal is gemaakt komt er niets achter. 
de plastic tas                    de aluminium trap         de polyester boot

Slide 12 - Diapositive

de … (lekker) maaltijd
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
lekker
B
lekkeren
C
lekkere

Slide 13 - Quiz

de … (zilver) armband
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zilver
B
zilveren
C
zilvere

Slide 14 - Quiz

de … (zijde) das
A
zijden
B
zijde
C
zijdene

Slide 15 - Quiz

een … (aardig) meisje
A
aardig
B
aardige
C
aardigen

Slide 16 - Quiz

de … (breed) straat

Slide 17 - Question ouverte

het … (riet) dak

Slide 18 - Question ouverte

het … (scherp) mes

Slide 19 - Question ouverte

de … (wol) trui

Slide 20 - Question ouverte

de … (geel) vlag

Slide 21 - Question ouverte

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de grijze afvalbak.

Slide 22 - Question ouverte

Huiswerk

Maak opdracht 2, 12 en 13

blz 181, 185-186


Slide 23 - Diapositive