Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bloedsomloop
zuurstof arm
kleine bloedsomloop
zuurstof rijk
grote bloedsomloop
zuurstof rijk
kleine bloedsomoop
zuurstof arm
grote bloedsomloop
1 / 26
suivant
Slide 1:
Question de remorquage
Anatomie
MBO
Studiejaar 4
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
zuurstof arm
kleine bloedsomloop
zuurstof rijk
grote bloedsomloop
zuurstof rijk
kleine bloedsomoop
zuurstof arm
grote bloedsomloop
Slide 1 - Question de remorquage
samenstelling bloed
plasma 55 %} 91 % water, 7 % proteinen, 2 % overige stoffen
bloedcellen 45 %} rode bloedcellen, witte bloedcellen, bleodplaatjes
Slide 2 - Diapositive
4
. Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 3 - Question de remorquage
hoe noemen we de rode bloedcellen
A
granulocyten
B
lymfocyten
C
monocyten
D
erytrocyten
Slide 4 - Quiz
de belangrijkste functie van erytrocyten
A
vervoer zuurstof
B
vervoer stollingplaatjes
C
vervoer afvalstoffen
D
vervoer koolstofdioxide
Slide 5 - Quiz
wat is een anemie
A
zuurstof armoede
B
stollingsarmoede
C
bloedarmoede
D
bloedplaatjesarmoede
Slide 6 - Quiz
Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Slide 7 - Question de remorquage
Aorta
Holle ader
Long slagader
Slide 8 - Question de remorquage
Hart --> longen --> hart
Welke bloedsomloop wordt hier beschreven?
A
De kleine bloedsomloop
B
De grote bloedsomloop
Slide 9 - Quiz
Wat is normale bloeddruk?
A
90 / 60
B
140 / 90
C
120 / 80
D
160 / 100
Slide 10 - Quiz
Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader
Slide 11 - Question de remorquage
Welke uitspraak is juist?
A
A heeft de laagste bloeddruk
B
B heeft de laagste bloeddruk
C
C heeft de laagste bloeddruk
D
B heeft de hoogste bloeddruk
Slide 12 - Quiz
A
1.slagader 2.haarvat 3.ader
B
1.aorta 2.haarvat 3. ader
C
1.ader 2.haarvat 3.slagader
D
1.ader 2.haarvat 3. ader
Slide 13 - Quiz
Het hart krijgt zelf zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta
Slide 14 - Quiz
A
nr. 9 heet hartklep
B
nr. 9 heet halvemaanvormige klep
C
nr . 9 heet aderklep
D
geen enkele uitspraak is juist
Slide 15 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 16 - Quiz
Granulocyten
A
Zijn fagocyten - horen tot de eerste afweerlinie
B
Zijn fagocyten - horen tot de tweede afweerlinie
C
Zijn erytrocyten - horen tot de 2e afweerlinie
D
Zijn leukocyten en horen tot de a-specifieke afweer
Slide 17 - Quiz
Wat verstaan we onder specifieke afweer?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is de belangrijkste functie van witte bloedcellen?
A
Het bestrijden van ziekteverwekkers
B
Het transporteren van zuurstof
C
Het produceren van insuline
D
Het reguleren van de lichaamstemperatuur
Slide 19 - Quiz
Hoe worden witte bloedcellen ook wel genoemd?
A
Trombocyten
B
Erytrocyten
C
Leukocyten
D
Plasmacellen
Slide 20 - Quiz
Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Het reguleren van de bloeddruk
B
Het transporteren van zuurstof naar de cellen
C
Het bestrijden van infecties in het bloed
D
Het stoppen van bloedingen door bloedstolling
Slide 21 - Quiz
Wat gebeurt er als het aantal bloedplaatjes te laag is?
A
Verhoogd risico op bloedingen
B
Verhoogd risico op infecties
C
Verhoogd risico op hartziekten
D
Verhoogd risico op diabetes
Slide 22 - Quiz
Waar worden bloedplaatjes geproduceerd?
A
In de longen
B
In het beenmerg
C
In de milt
D
In de lever
Slide 23 - Quiz
Waar worden witte bloedcellen geproduceerd in het lichaam?
A
In de longen
B
In het beenmerg
C
In de nieren
D
In de milt
Slide 24 - Quiz
Wat gebeurt er als het aantal witte bloedcellen in het lichaam te laag is?
A
De stofwisseling vertraagt
B
De weerstand tegen infecties neemt af
C
Het bloed stolt sneller
D
Het risico op hartziekten neemt toe
Slide 25 - Quiz
Tekst
Neem je boek erbij!
Bloedgroep B positief krijgt bloed van
Bloedgroep A positief krijgt bloed van
Bloedgroep AB negatief krijgt bloed van
Bloedgroep AB positeff krijgt bloed van
Bloedgroep O positief krijgt bloed van
A +
B +
AB-
O-
O+
B-
A-
AB-
Slide 26 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Bloedsomloop
Janvier 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
Avril 2019
- Leçon avec
50 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Hart en bloedsomloop
Juin 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Anatomie
MBO
Studiejaar 1
transport en afweer oefenen
Janvier 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Bloedsomloop en Bloedcellen
Décembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
bloedsomloop
Avril 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Verzorging
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Thema 3 - Bloedsomloop
Janvier 2021
- Leçon avec
43 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
Avril 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2