Les 1. Introductie geriatrie

1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Geriatrie

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

werkt een gerontoloog in de verpleging?
A
Ja, dat is noodzakelijk
B
Ja, maar niet noodzakelijk
C
Nee, daar is hij/zij niet voor opgeleid
D
-

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Dit filmpje is bedoeld om meer artsen voor de geriatrie te werven. Welke bijdrage kan jij als verpleegkundige leveren in de geriatrie?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Waarom bestaat er een geriatrische revalidatie afdeling, denk je?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Er komt steeds meer werk in de geriatrie omdat:

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke ziekten komen vaak voor bij de geriatrische zorgvrager (ervaring stages?)

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Welke competenties moet je hebben als geriatrisch verpleegkundige?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Bij wie is de frailty het hoogste?
A
baby/kind
B
puber
C
volwassene
D
bejaarde

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Kan een heupfractuur een cascadebreakdown inleiden?
Nee

Slide 26 - Sondage

Slide 27 - Diapositive

Welke soort preventie is de verantwoordelijkheid van de geriatrische verpleegkundige
A
primair
B
secundair
C
tertiair
D
primair- secundair én tertiair

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Wat zijn de kenmerkende symptomen van een UWI?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Ouderen hebben bij infectie geen koorts, maar juist ondertemperatuur. Dit is...
A
symptoomverarming
B
symptoomverschuiving
C
symptoomomkering
D
symptoomvermeerdering

Slide 33 - Quiz

Mw. H heeft een pneumonie. Ze heeft pijn in haar buik. Dit is....
A
symptoomverarming
B
symptoomverschuiving
C
symptoomomkering
D
symptoomvermeerdering

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Wat is het verschil tussen afasie en dysartrie?

Slide 36 - Question ouverte

Wat bedoelen we met een 'cognitieve stoornis'?

Slide 37 - Question ouverte

Wat is een delier?

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Diapositive

Denk je dat een geriatrisch syndroom vaak voorkomt in de geriatrie?
Ja
Nee

Slide 40 - Sondage

Slide 41 - Diapositive

Vanuit leerjaar 1 weet je wat spieratrofie is. Kan een orgaan (b.v. lever) ook atrofiëren?
Nee

Slide 42 - Sondage

Onze nieren hebben overcapaciteit. Hoeveel dank je?
A
5 - 10%
B
20 - 30%
C
40 - 50%
D
80-90%

Slide 43 - Quiz

Wat zal de reservecapaciteit van een orgaan verminderen?
A
atrofie
B
verminder de doorbloeding
C
slechter functioneren andere organen
D
antw A, B en C zijn goed

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive

Wat kan er gebeuren als toxische stoffen niet uit het lichaam gaan?

Slide 46 - Question ouverte

Lesopdrachten maken
'Mijn opleiding VP'
Les 1
lesopdracht 1 maken
Ook maken in map 'opdrachten' :
  • oefenopdracht circulatiestelsel (digitaal)
  • oefenopdracht bewegingsstelsel (digitaal)

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Sondage