Deze LessonUp is om extra ondersteuning te geven zodat je de present simple straks heel erg goed begrijpt.
Er is uitleg, er zijn filmpjes en een aantal quizvragen. Geef aandacht aan deze herhalingsoefening!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Herhaling: present simple
Doel:
Deze LessonUp is om extra ondersteuning te geven zodat je de present simple straks heel erg goed begrijpt.
Er is uitleg, er zijn filmpjes en een aantal quizvragen. Geef aandacht aan deze herhalingsoefening!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wanneer voeg je een -s toe aan de stam van een werkwoord (bij de present simple).
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Vidéo
Uitzonderingen 1
Bij werkwoorden die eindigen in een "s" of een "s-klank" voeg je -es toe aan de stam bij he/she/it. Deze werkwoorden eindigen op -s, -z, -ch, -sh of -x
Bijvoorbeeld:
STAM
vervoeging bij he/she it
vervoeging bij I/you/we/they
to miss
it misses
I miss
to rush
he rushes
they rush
to watch
he watches
I watch
to fix
she fixes
you fix
Slide 5 - Diapositive
Present simple He ..... (to push)
A
push
B
pushes
C
pushs
Slide 6 - Quiz
Uitzonderingen 2
Bij werkwoorden die eindigen in medeklinker + y voeg je -ies toe in plaats van de -y bij he/she/it.
Bijvoorbeeld:
STAM
vervoeging bij he/she it
vervoeging bij I/you/we/they
to cry
he cries
I cry
to fly
she flies
they fly
to try
it tries
I try
Slide 7 - Diapositive
Present simple She ..... (to carry)
A
carries
B
carry
C
carrys
Slide 8 - Quiz
Uitzonderingen 3
Bij werkwoorden die eindigen in klinker+y voeg je -s toe aan de stam bij he/she/it.
Bijvoorbeeld:
STAM
vervoeging bij he/she it
vervoeging bij I/you/we/they
to play
it plays
I play
to pray
he prays
they pray
to say
she says
I say
Slide 9 - Diapositive
Present simple He ..... (to buy)
A
buy
B
buys
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
"Vervoeg het werkwoord"
Als je deze instructie krijgt dan schrijf je alle persoonsvormen op met het werkwoord erachter. Bij voorbeeld: Vervoeg het werkwoord 'to have'
I have
you have
he has
she has
it has
we have
you have
they have
Slide 12 - Diapositive
Vervoeg het werkwoord: to be
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Vidéo
Welke signaalwoorden horen bij: Present Simple
Slide 15 - Carte mentale
Alles door elkaar!
Ken je nu alle regels?
Als je een vraag fout hebt, kijk dan eventueel nog eens naar de uitleg hierboven.
Slide 16 - Diapositive
Wat gebeurt er (in de present simple) met werkwoorden die eindigen op een "-s klank" bij de onderwerpsvormen HE/SHE/IT?
Slide 17 - Question ouverte
Hoe veranderen werkwoorden (in de present simple) die eindigen met een medeklinker +y voor de 3e persoon enkelvoud?
Slide 18 - Question ouverte
Present simple He ..... (to call)
A
call
B
calls
Slide 19 - Quiz
Present simple It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts
Slide 20 - Quiz
Present simple We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks
Slide 21 - Quiz
Present simple I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears
Slide 22 - Quiz
Present simple They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits
Slide 23 - Quiz
(to walk) present simple He ....... in the park.
Slide 24 - Question ouverte
(to teach) present simple She ..... English.
Slide 25 - Question ouverte
(to cry) present simple The baby ..... .
Slide 26 - Question ouverte
(to dance) present simple I ..... at the party.
Slide 27 - Question ouverte
(to kiss) present simple She ..... her boyfriend.
Slide 28 - Question ouverte
(to watch) present simple We ..... a nice film.
Slide 29 - Question ouverte
Ik snap de present simple
A
helemaal
B
voor het grootste gedeelte
C
een beetje
D
helemaal niet
Slide 30 - Quiz
Als er iets is van de present simple dat je nog niet begrijpt waar je uitleg over wilt, geef dan specifiek aan WAT je niet begrijpt. Schrijf je in voor een flexuur en we gaan verder met uitleg. Als je meer wilt oefenen aan iets, schrijf dat ook hier op. Ik lees de antwoorden en kan dit voorbereiden voor het flexuur.