Deel 6b, blok 3, week 3 Les 3 - schaallijn

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6,7

Rekenen met een schaal

Waar kom je een schaal tegen?

LESDOEL

Ik kan de lengte van iets in het echt berekenen op basis van een informele schaalaanduiding

1 cm = 10 m

Het staat erbij op de kaart, kijk maar: 20 meter.

Wat staat erbij? 30 meter

Let op: dit is 1 stukje van de schaalstok. Dit stukje is 30 meter.

Hoe lang is 3 cm in het echt?

1. 20 m
2. 40 m
3. 60 m
4. 120 m

De afstand op de kaart is 5 cm, hoeveel is dit in het echt?

1. 300 m
2. 4 m
3. 5000 m
4. 500 m

Rekenen op schaal, wat is dat?

- schaal meten doe  je altijd in cm.

- getal voor de : meet je met je liniaal 

- getal achter de : zijn de centimers in

   werkelijkheid

1 : 30

1 staat tot 30

1 cm is in werkelijkheid 30 cm

Wat gaan wij vandaag leren?

Hoe spreek je 1:100 uit?

1:100

Waar staat het getal 1 voor?

Wat beteken het getal 100?

1 : 100 betekent dat 1 cm op een tekening  in het echt 100 keer zo groot is.

Wat zou schaal 1:200 betekenen?

Waarom is het handig om met schaal te rekenen?

Welke maat wordt altijd voor de schaal gebruikt?

pak je wisboord

Een toren in Madurodam is

2 centimeter hoog. De schaal is 1 : 2000.

Hoe hoog is de toren dan in het echt?

Goed nadenken

Op de foto is de uitkijktoren 5 cm hoog.
De schaal is 1 : 200.

Hoe hoog is de toren in werkelijkheid?

Overleg met je maatje

Ik teken een kerk van 10 cm hoog.

De schaal is 1 : 90.

Hoe hoog (cm) is de kerk in werkelijkheid?

Wie krijgt de beurt?

I

Schrijf het antwoord op je wisbord.

Reken uit

Ik maak een maquette van het stadhuis.

Hij is 40 cm breed.

De schaal is 1 : 50.

Hoe breed is het stadhuis in het echt?

REKENEN

 Deel 6b, blok 3, week 3 - Les 3

maak 20 opgaven