7a blok 4, week 2, les 3, Rekenen met een schaal

schaal
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6,7

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

schaal

Slide 1 - Diapositive


Slide 2 - Question ouverte

Lesdoel
Na deze les weet je weer hoe je de lengte van een voorwerp met een schaal kunt berekenen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Rekenen op schaal, wat is dat?
.
- getal voor de : meet je met je liniaal 
- getal achter de : zijn de centimeters in
   werkelijkheid
- gebruik de verhoudingstabel!

Slide 5 - Diapositive

1 : 30
1 staat tot 30
1 cm is in werkelijkheid 30 cm



Slide 6 - Diapositive

1:100
Waar staat het getal 1 voor?
Wat beteken het getal 100?

Slide 7 - Diapositive

1 : 100 betekent een lengte op een tekening is in het echt 100 keer zo groot.

Wat zou schaal 1:200 betekenen?



Slide 8 - Diapositive

Madurodam
Een toren in Madurodam is 4 centimeter hoog. De schaal is 1:9000.

Hoe hoog is de toren dan in het echt? (in meters)

Slide 9 - Diapositive

Hoe hoog is de toren in het echt?

.... m

Slide 10 - Diapositive


Ik teken een kerk van 15 cm hoog.
De schaal is 1 : 90.

Hoe hoog (cm) is de kerk in werkelijkheid?

Slide 11 - Diapositive

Reken uit
Ik maak een maquette van het stadhuis.
Hij is 40 cm breed.
De schaal is 1 : 50.

Hoe breed is het stadhuis in het echt?




Slide 12 - Diapositive

De schaal staat altijd aangegeven in ....
A
centimeters
B
decimeters
C
meters
D
kilometers

Slide 13 - Quiz

De schaal is 1 : 6
Op de kaart is het 30 cm.
Hoeveel cm is het in het echt?
A
160
B
230
C
180
D
110

Slide 14 - Quiz

schaal 1 :200
De boom is in je boek 3 cm.
Hoe lang is de boom in werkelijkheid.
A
6m
B
400 m
C
5m
D
600 m

Slide 15 - Quiz