PW chap 3 MC uur eerste klas

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

PW chap 3 1 MH

Wat betekent het woord in hoofdletters?
L'anglais c'est TERRIBLE

1. Verschrikkelijk
2. Geweldig
3. Moeilijk
4. Makkelijk

Wat betekent het woord in hoofdletters?
Je dois TRAVAILLER beaucoup pour l'école

1. Schrijven
2. Beginnen
3. Werken

Wat betekent het woord in hoofdletters?
Tu as eu quelle NOTE pour le contrôle de maths?

1. vak
2. cijfer
3. schrift

Vertaal het woord in hoofdletters:
Il est toujours EN RETARD

Vertaal het woord in hoofdletters:
Elle est une très bonne ÉLÈVE

Vertaal het woord in hoofdletters:
Madame Dubois est très (AARDIG)

1. sévère
2. sympa
3. fort

Vertaal het woord in hoofdletters:
Je ne veux pas (VERGETEN) mon sac à dos.

1. faire
2. aimer
3. oublier

Vertaal het woord in hoofdletters:
Mon prof d'histoire est (FANTASTISCH)

1. sévère
2. formidable
3. enthousiaste

Vertaal het woord in hoofdletters:
Je dois (NAAR HUIS GAAN) à 6 heures.

Vertaal het woord in hoofdletters:
J'aime beaucoup (DE TAAL) française

Vertaal deze vraag:
Il est sévère?

Vertaal deze vraag:
Le français est ma matière préférée

Het bezittelijk voornaamwoord (Frans)

• Mijn = mon, .... , mes
• Jouw = ton, ta, ....
• Zijn/haar = ...., sa, ses
• Onze = notre, ...... , .......
• Jullie = ..... , ...... , vos
• Hun = ....., ..... , .....
  

Remplis le tableau!

(zonder je boek)

Het bezittelijk voornaamwoord (Frans)

• Mijn = mon, ma, mes
• Jouw = ton, ta, tes
• Zijn/haar = son, sa, ses
• Onze = notre, notre, nos
• Jullie = votre, votre, vos
• Hun = leur, leur, leurs
  

Uitspraak

We gaan het rijtje eerst rustig uitspreken, maar daarna steeds sneller.

Welk antwoord is juist?
La trousse --> Mijn etui

1. Mon trousse
2. Ma trousse
3. Mes trousse

Welk antwoord is juist?
Les devoirs --> jouw huiswerk

1. Ton devoirs
2. Ta devoirs
3. Tes devoirs

Welk antwoord is juist?
le secret --> haar geheim

1. Son secret
2. Sa secret
3. Ses secret

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Il parle à _____(mijn) copain Marc.

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Monsieur Duval est ____(onze) prof d'anglais

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Sarah a perdu ______(haar) sac à dos

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Ils ont rangé _____(hun) affaires

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Nous sommes dans _____(onze) kamer.

Être 

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Vul de juiste vorm van être in:
Vous _______(zijn) en retard

Vul de juiste vorm van être in:
Marc ______(is) très sympa.

Vul de juiste vorm van être in:
Elles ______(zijn) à la bibliothèque

Vul de juiste vorm van être in:
Je _____(ben) en cinquième.

Vul de juiste vorm van être in:
Tu_____(bent) un bon élève.