Hoofstuk 5 mengsels met voorkennis

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhalen H1

Scheidingsmethoden

Voorkennis

Fases

faseovergang

stofeigenschap

Welke faseaanduiding hoort er bij welke fase?

Vast

Vloeibaar

Gas

Opgelost in water

(l)

(aq)

(s)

(g)

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.

1

Smelten

Stollen

Condenseren

Vervluchtigen

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

stofeigenschap

geen stofeigenschap

volume

massa

dichtheid

smeltpunt

poeder

elastisch

goed oplosbaar in water

temperatuur

fase bij kamertemperatuur

kleur

geur

1.2

mengsel/zuivere stof

soorten mengsels

Welk plaatje geeft een mengsel aan en welke een zuivere stof

Mengsel

Zuivere stof

dit mengsel is:

het is dus een:

dit mengsel is:

het is dus een:

helder

troebel

oplossing

suspensie

Spa rood is een

1. suspensie.
2. emulsie.
3. oplossing.
4. nevel.

Suspensie

Emulsie

Oplossing

Omschrijving

Voorbeeld

Rook

Nevel

Vaste stof die niet oplost in vloeistof

Vloeistof die niet oplost in vloeistof

Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof

Krijt in water

Zout in water

Mayonaise

Vloeistofdruppels fijn verdeeld in een gas

Vaste deeltjes fijn verdeeld in een gas

Deodorant spray

Roetwolk uit een uitlaat van een auto

Modderwater is een

1. suspensie.
2. oplossing.
3. emulsie.

1.3

filtreren

bezinken en afgieten

centrifugeren (en afgieten)

Een zuivere stof kun je scheiden met een scheidingsmethode

1. Juist
2. Onjuist

Hieronder zie je drie modellen van processen. Welk van de processen stelt scheiden voor?

1. 
2. 
3. 

Een tweede manier om een suspensie te scheiden

1. residu
2. destillaat
3. bezinken en afgieten
4. scheiden

Een suspensie kan ik scheiden met behulp van ...

1. Destilleren
2. Adsorptie
3. Filtratie
4. Extraheren

Waar staat de juiste omschrijving

1. A = filter B= filtraat C = residu
2. A = filtraat B = filter C = residu
3. A = filter B = residu C = filtraat
4. A = filtraat B = residu C = filter

Bezinken berust op dezelfde stofeigenschap als de scheidingsmethode:

1. Filtreren
2. Zeven
3. Centrifugeren
4. Adsorberen

Kun je een oplossing scheiden door filtreren?

1. ja
2. nee

1.4

indampen

destilleren

destillatie-opstelling

Indampen is gebaseerd op...

1. ... een verschil in kookpunt.
2. ... een verschil in oplosbaarheid.
3. ... een verschil in kooktraject.
4. ... een verschil in deeltjesgrootte.

Hoe noem je dat wat achterblijft in het indampschaaltje na het indampen?

1. neerslag
2. residu
3. filtraat
4. destilaat

Wat voor soort mengsel kunnen we scheiden met extraheren?

1. Kleurstoffen.
2. Vaste stoffen.
3. Suspensie.
4. Oplossing.

scheiden mengsel twee vloeistoffen

Destillatie-opstelling

Bij een destillatie-opstelling wordt koelwater gebruikt.
Waarom wordt dat gebruikt?

1. Om het mengsel af te koelen
2. Om het kookproces te verbeteren
3. Om de damp te condenseren
4. Voor het opvangen van het destillaat.

1.5

extraheren

adsorptie

Welke scheidingsmethode berust op een verschil in aanhechting.

1. Filtratie
2. Extraheren
3. Indampen
4. Adsorptie

Op welk verschil in stofeigenschappen berust extraheren?

1. Deeltjesgrootte
2. Aanhechtingsvermogen
3. Oplosbaarheid
4. Kookpunt

Welke scheidingsmethode wordt gebruikt in een gasmasker om giftige gassen tegen te houden?

1. filtratie
2. extractie
3. centrifugeren
4. adsorptie

Zand lost niet op in water, zout wel. Je kunt deze stoffen van elkaar scheiden door verschil in oplosbaarheid. Dit heet...

1. adsorberen
2. bezinken
3. centrifugeren
4. extraheren

Adsorptie berust op een verschil in:

1. Oplosbaarheid
2. Dichtheid
3. Aanhechtingsvermogen
4. Deeltjesgrootte

Welke van deze twee plaatjes is adsorptie?

1. Het linker plaatje
2. Het rechter plaatje
3. Geen idee
4. Allebei

1.6

Chromatografie

Bij chromatografie: Als een stof goed oplost in de mobiele fase eindigt hij .... op het chromatogram

1. hoog
2. laag

Op welke stofeigenschappen berust chromatografie?

1. oplosbaarheid en kookpunt
2. aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid
3. kookpunt en aanhechtingsvermogen
4. deeltjesgrootte en oplosbaarheid

Bij chromatografie: Als een stof goed hecht aan de stationaire fase eindigt hij .... op het chromatogram

1. hoog
2. laag

De mobiele fase bij gas chromatografie is dus

1. Vast
2. Vloeistof
3. Gas

Alles door elkaar

Dichtheid

Adsorberen

Destilleren

Bezinken en afgieten

Kookpunt

Oplosbaarheid

Verbranden

Deeltjesgrootte

Indampen

Extraheren

Filtreren

Filtreren

Extraheren

Bezinken en afgieten

Chromatografie

Adsorptie

Destilleren

Indampen

Centrifugeren

Suspensie

Oplossing

Mengsel van vaste stoffen

Filtreren

Adsorberen

Indampen

Destilleren

Extraheren