Werkveldoriëntatie | Les 3 | Communicatie

• Studievaardigheden
• MBO
• Studiejaar 1

WERKVELDORIËNTATIE WEEK 2 | LES 3 & 4| COMMUNICATIE

Lesverloop

• Opwarmer
• Delen stage-ervaringen
• Manieren van reageren
• Oefenen met stellingen

OPWARMER

Assertiviteit is?

Assertiviteit is?

Het uiten van je gedachten, gevoelens en meningen op een directe, eerlijke en gepaste wijze. 

Je komt op voor je eigen belangen op een manier die bij de situatie past en die zowel respectvol is naar jezelf als naar de ander.

0

AAP

A = Agressief gedrag – Te, zonder rekening houden met anderen!

A = Assertief gedrag – initiatief tonen op een juiste/respectvolle manier!

P = Passief gedrag – afwachtend! Subassertief: te veel rekening houden met anderen,

                                    niet voor jezelf opkomen

Van Agressief naar Assertief = Meer rekening houden met anderen.

Van Passief naar Assertief = Gedachtenen gevoelens onder woorden kunnen brengen.

Hoe reageer jij?

Iedereen reageert wel eens anders dan hij/zij zou willen.

Te subassertief of agressief.

Beschrijf eens zo’n situatie waarin jij anders reageerde dan achteraf gezien misschien handig was.

Wat had je beter wel kunnen of moeten doen?

Hoe reageer jij?

• Wat is jouw voorkeursstijl van reageren?
• Maak duo's
• Reageer op de volgende stellingen

Eerst vanuit voorkeursrol, daarna vanuit assertieve rol

Stel je voor...
Je hebt je verslapen en weet dat je te laat komt op je stage. Wat doe je?

Stel je voor...
Je loopt al drie dagen stage en je hebt alleen nog maar schoon moeten maken. Wat doe je?

Stel je voor...
Je bent een beetje verkouden en je voelt je niet zo fit, maar je moet stage lopen. Wat doe je?

Stel je voor...
Je voelt je niet op je gemak op de stageplek (je hebt geen klik met je stagebegeleider). Wat doe je?

Stel je voor...
Je zou vier weken stage lopen, maar hebt na twee weken al een heel goed beeld van het beroep. Je zou liever nog in een andere richting stage willen kijken. Wat doe je?

Iets leren? Hoe doe jij dat?

• Maak opdracht 3, blz. 16

Hard gewerkt! Tot donderdag

1. Vijf groepjes vormen

2. Iedere groep leest één paragraaf en vertelt daarna aan de groep welke tips er in het stukje tekst staat