Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.
De burgers kiezen de 150 leden van de Tweede Kamer (TK).
1. Na de verkiezingen wordt er een informateur benoemd door de Tweede Kamer. De informateur kijkt welke partijen met elkaar kunnen en willen samenwerken (om een meerderheid te halen in de TK ).
2. Als bekend is welke partijen met elkaar gaan samenwerken, wordt er een regeerakkoord opgesteld. Hierin staan de plannen voor het regeringsbeleid voor de aankomende 4 jaar.
3. De Tweede Kamer benoemd nu een formateur. Dat is meestal de leider van de grootste partij in het nieuwe kabinet. De formateur kiest de ministers en staatssecretarissen. De formateur wordt meestal de minister-president, ook wel premier genoemd.
4. De koning benoemd het nieuwe kabinet.
Er zijn verschillende ministeries bijvoorbeeld:
- onderwijs, cultuur en wetenschap
- Buitenlandse zaken
- landbouw, natuur en voedselkwaliteit.
Elk ministerie heeft 1 of 2 ministers en staatssecretarissen.
Zij zijn verantwoordelijk voor:
1. Het maken van wetsvoorstellen
2. Het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten
3. het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement ( op prinsjesdag)
staatsvormen
Nederland is een constitutionele monarchie
(een land met een koning die zich aan de grondwet moet houden).
Sommige landen zijn een republiek: Het staatshoofd is dan gekozen door de burgers.