-De koning is staatshoofd door erfopvolging en lid van de regering. De bevoegdheden en de macht van de koning zijn beperkt door de Grondwet (constitutie)
- de ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid en daarom zijn de ministers verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet in het openbaar (ministeriële verantwoordelijkheid).
De koning is onschendbaar.
- De koning als staatshoofd overlegt regelmatig met de minister-president en de ministers.
De inhoud van al deze gesprekken is geheim; dit wordt het Geheim van Noordeinde genoemd
Slide 8 - Diapositive
Formele taken koning
- Handtekening zetten onder alle wetten
- Het voorlezen van de Troonrede op Prinsjesdag
- Beëdigen ministers
Slide 9 - Diapositive
Informele taken koning
Verbinden: hij is Koning voor iedereen. En dat maakt ons samen een groep
Vertegenwoordigen: relaties onderhouden met andere landen
Aanmoedigen: positieve vibe in zijn toespraken nu.nl reacties
Slide 10 - Diapositive
Republiek
Staatshoofd wordt gekozen door het volk. Bijv. Biden in de VS.
Elke vier jaar wordt een ander staatshoofd gekozen.
Monarchie
Staatshoofd wordt bepaald door erfopvolging
Dit hebben we in Nederland. Koning Willem Alexander geeft het op zijn beurt weer door aan zijn dochter Amalia.
Slide 11 - Diapositive
Maken
Blz 60: Opdracht 10, 11, 12
Blz 62: Opdracht 15, 16, 17
Slide 12 - Diapositive
Extra oefenvragen
Slide 13 - Diapositive
Wie zitten er in de regering?
A
Ministers en de staatsecretarissen
B
Ministers en de Koning
C
Koning en de Koningin
D
Kabinet en de Koning
Slide 14 - Quiz
Welke taken hebben ministers?
A
wetsvoorstellen maken en de wetten uitvoeren
B
stemmen over wetten en de troonrede voorlezen
C
handtekening zetten onder wetten en de wetten uitvoeren
D
stemmen over wetten en de Tweede Kamer controleren
Slide 15 - Quiz
de regering bestaat uit:
A
Coalitiepartijen
B
Oppositiepartijen
Slide 16 - Quiz
Hoeveel zetels hebben de coalitiepartijen minstens nodig om te regeren?
A
51
B
76
C
101
D
150
Slide 17 - Quiz
I. Coalitiepartijen stemmen vaak tegen de plannen van de regering II. De minister-president is lid van een van de oppositiepartijen
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist
Slide 18 - Quiz
Wie zitten er in het kabinet??
A
Koning en staatssecretarissen
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en ministers
Slide 19 - Quiz
Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Rutte
B
voorzitter Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Maxima
Slide 20 - Quiz
Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.
Slide 21 - Quiz
Stap 1 van de kabinetsformatie
Stap 2 van de kabinetsformatie
Stap 3 van de kabinetsformatie
Stap 4 van de kabinetsformatie
De formateur kiest de ministers en staatssecretarissen.
De Tweede Kamer benoemd een informateur. Hij of zij kijkt welke partijen kunnen en willen samenwerken.
De partijen stellen een regeerakkoord op.
De Koning benoemt het nieuwe kabinet.
Slide 22 - Question de remorquage
Wat zit er NIET in het Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De Rijksbegroting
C
De Miljoenennota
D
Slide 23 - Quiz
5.2 Taken van de regering
Welke taken heeft de regering?
En welke rol speelt de koning daarbij?
Begrippen: staatssecretaris, ministerraad, Prinsjesdag, troonrede, rijksbegroting, constitutionele monarchie.. en meer.