lesweek 2 skelet

1 / 44
suivant
Slide 1: Vidéo
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • Je kunt benoemen welke zes functies het skelet heeft.
  • Je kunt beschrijven hoe een bot is opgebouwd
  •  Je kunt uitleggen dat botweefsel continu afgebroken en opgebouwd wordt.
  • Je kunt uitleggen dat botten op basis van hun vorm in vier groepen worden ingedeeld.
  • Je kunt benoemen welke drie groepen botverbindingen er zijn.
  • • Je kunt beschrijven hoe een gewricht gebouwd is en welke beweeglijkheid een gewricht heeft.
  •  

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

https://www.brujon.net/bio/beenderstelsel-skelet.htm

link delen met studenten, wat weten we nog

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je skelet heeft 6 functies. Welke?

Slide 5 - Carte mentale

Ondersteuning. De botten bieden steun aan het hele lichaam.

Aanhechting. Het skelet vormt de aanhechtingsplaats voor de spieren.

Beweging. Botten kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Dat is mogelijk doordat ze via – meer of minder – beweeglijke gewrichten met elkaar verbonden zijn. De botten worden door de samentrekkingen van de spieren bewogen.

Bescherming. Met name de botten van de lichaamsas beschermen kwetsbare inwendige organen.

Vorming van bloedcellen. Bloedcellen worden in het rode beenmerg gevormd. Rood beenmerg zit in de inwendige holten van veel botten.

Opslag. Het skelet is een reservoir van mineralen, met name van calcium (kalk) en fosfaat.
Functies van het skelet
  • Ondersteuning. De botten bieden steun aan het hele lichaam.
  • Aanhechting. Het skelet vormt de aanhechtingsplaats voor de spieren.
  • Beweging. Botten kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Dat is mogelijk doordat ze via – meer of minder – beweeglijke gewrichten met elkaar verbonden zijn. De botten worden door de samentrekkingen van de spieren bewogen.
  • Bescherming. Met name de botten van de lichaamsas beschermen kwetsbare inwendige organen.
  • Vorming van bloedcellen. Bloedcellen worden in het rode beenmerg gevormd. Rood beenmerg zit in de inwendige holten van veel botten.
  • Opslag. Het skelet is een reservoir van mineralen, met name van calcium (kalk) en fosfaat.









Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies skelet
Bescherming, stevigheid, vorm geven, beweging mogelijk maken.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Romp 
Schoudergordel:
Sleutelbeen (os clavicula) & schouderbladen 
(os scapula)
Borstkast: 
Borstwervels (vertebrae thoracicae),
 ribben (costo) & borstbeen (sternum)
Bekken: 
Heupbenen & heiligbeen (os sacrum)
Wervelkolom: 
Wervels (vertebra) , heiligbeen & staartbeen (os coccygis)


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekken: pelvis
Heupkom: acetabulum
Zitbeen: os ischii of ischium

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ledematen (extremiteiten)
Armen: 
Opperarmbeen= Os Humerus 
Ellepijp= Os Ulna
Ellepijp altijd aan de kant van de pink!
Spaakbeen= Os Radius (kant van de duim)
Vingerkootjes= Os Phalanges

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extremiteiten (ledematen)
Benen: 
Dijbeen= Os Femur
Knieschijf= Patella
Kuitbeen= Os Fibulae
Scheenbeen= Os Tibia
Voetkootjes= Os Phalanges 


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervelkolom
  • 7 Cervicale (hals)wervels
  • 12 Thoracale (borst)wervels
  • 5 Lumbale (lenden)wervels
  • Heiligbeen = os sacrum
  • Staartbeen = os coccygis


Slide 12 - Diapositive

Kyfose: bolling
Lordose: holling
Scoliose: zijkant

Draaiing zorg voor flexibiliteit en stabiliteit
Wat zijn de juiste termen van
de krommingen in onze wervelkolom?
A
Cervicale kyfose, thoracale lorsdose, lumbale lordose
B
Cervicale lordose, thoracale scoliosis, lumbale lordose
C
Cervicale lordose, thoracale kyfose lumbale lordose
D
Cervicale lordose, thoracale lordose lumbale kyfose

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Het skelet bestaat uit meer dan 200 botten. Ze kunnen erg verschillen in afmeting en vorm, maar ze hebben een aantal gemeenschappelijk bouwkenmerken.
Been- of botweefsel

  • Hard en stevig
  • Niet buigzaam
  • Niet massief
  • Veel kalk
  • Op plaatsen waar stevigheid belangrijk is

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouw van botten
In het skelet komt botweefsel en kraakbeenweefsel voor. 

Tussen de cellen zit tussencelstof. 

Kraakbeenweefsel bestaat vooral uit collageen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van buiten naar binnen
  • Botvlies (periost): Bloedvaten en zenuwen
  • compact botweefsel (Schors): Botvormende cellen, lopen bloedvaten doorheen
  • Sponsachtige botweefsel (spongiosa): Kleine holtes met rood beenmerg (aanmaakplaats) rode/witte bloedcellen), niet massief

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periost is synoniem voor:
A
kraakbeen
B
bot
C
beenmerg
D
beenvlies

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewrichten

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een gewricht?
  • Een gewricht is een overgang tussen twee botten waarbij beweging mogelijk is. Dit wordt een discontinue verbinding genoemd. Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouw van gewrichten

Een gewricht wordt meestal door twee botten gevormd.
Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere een gewrichtskom (zie afbeelding).  
De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.

Op het bot bevindt zich een laagje kraakbeen. Daardoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze minder snel.

Het gewrichtkapsel zit om het hele gewricht heen.  Hierdoor kan het gewrichtsslijm niet weglopen. In het gewrichtskapsel zitten de gewrichtsbanden.

De gewrichtsbanden houden de botten stevig bij elkaar.
Ook de spieren helpen daarbij.





6
gewrichtskogel
1
gewrichtsband
2
gewrichtskom
3
kraakbeen
4
gewrichtskapsel
5
gewrichtssmeer
Elleboog

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom de botten

Gewrichtsband (kapselband): houdt botten bij elkaar. Alleen bij botten die veel belast worden!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht.
Word gemaakt door gewrichtskapsel.
Voorkomt slijtage.
Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewrichten

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kogelgewricht:
Maakt een draaiende beweging.
Zit bijv in je schouder

Scharniergewricht:
Beweegt heen en terug
Zit bijv. in je vingers
kogelgewricht

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn functies van kraakbeen?
(er zijn er 4)

Slide 40 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke drie dingen heb je vandaag geleerd?
timer
1:00

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt!!!
Tot volgende week
Heb je nog vragen?


Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions