Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5 januari - Taal herhaling woordsoorten blok 4A
Herhaling-woordsoorten Blok 4A
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 5
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
5 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling-woordsoorten Blok 4A
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les:
We oefenen met de woordsoorten die we al kennen:
groep 5 & 6:
lidwoorden
zelfstandig naamwoorden
werkwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
voorzetsels
Doel van de herhalingsles
We oefenen met het benoemen van de volgende woordsoorten:
lidwoorden
zelfstandig naamwoorden
werkwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
voorzetsels
telwoorden
Slide 2 - Diapositive
Doel van de les:
We oefenen met de woordsoorten die we al kennen:
groep 5 & 6:
lidwoorden
zelfstandig naamwoorden
werkwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
voorzetsels
Op de volgende slides kan je de uitleg filmpjes kijken die bij de methode horen.
Daarna volgen er vragen over de woordsoorten.
Succes!
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Noem de drie lidwoorden.
Slide 9 - Question ouverte
Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?
Daar is .... meisje.
A
de
B
het
Slide 10 - Quiz
Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?
Hoor jij .... hond blaffen.
A
de
B
het
Slide 11 - Quiz
Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?
Dat is .... hondje van de buren.
A
de
B
het
Slide 12 - Quiz
Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?
.... artiest
A
de
B
het
C
geen lidwoord
Slide 13 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Daar is Marijke.
A
Daar
B
is
C
Marijke
Slide 14 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Er zwemt een vis.
A
zwemt
B
vis
C
Er
D
een
Slide 15 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Ik zit op een kruk.
A
zit
B
op
C
een
D
kruk
Slide 16 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Wij wonen in Hilversum?
A
wij
B
wonen
C
in
D
Hilversum
Slide 17 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Ik ben over een sloot gesprongen?
A
over
B
sloot
C
ben
D
gesprongen
Slide 18 - Quiz
bedenk een
bijvoeglijk naamwoord
bij het woord FIETS.
Slide 19 - Question ouverte
Zayd is een knappe jongen.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Zayd
B
knappe
C
jongen
D
is
Slide 20 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Daar is het leuke meisje.
A
Daar
B
het
C
leuke
D
meisje
Slide 21 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ik ben over een diepe sloot gesprongen?
A
over
B
diepe
C
sloot
D
gesprongen
Slide 22 - Quiz
Schrijf het telwoord hieronder op:
Een insect heeft zes poten.
Slide 23 - Question ouverte
Schrijf het telwoord hieronder op:
Heb jij wel eens een biljet van vijfhonderd euro gezien?
Slide 24 - Question ouverte
Schrijf het telwoord hieronder op:
Onder de oceaan is de aardkorst ongeveer zes kilometer dik.
Slide 25 - Question ouverte
Sleep de woorden naar de juiste woordsoorten toe.
lidwoord
werk-
woord
zelfst
naamw
bijv
naamw
voorzetsel
het
de
een
werkt
gekeken
graai
lucht
gaten
olifant
gouden
deftige
knappe
achter
onder
tussen
Slide 26 - Question de remorquage
Dit jaar gaan we kort op vakantie omdat mijn moeder veel werk heeft.
Wat is het voorzetsel?
A
moeder
B
werk
C
op
D
heeft
Slide 27 - Quiz
Maar daarom gaan we dit keer ver weg!
Wat is het voorzetsel?
A
maar
B
daarom
C
ver
D
er is geen voorzetsel
Slide 28 - Quiz
Brochure na brochure nemen we mee naar ons huis.
Wat zijn de voorzetsels?
A
na naar
B
naar huis
C
nemen huis
D
na we
Slide 29 - Quiz
Mijn moeder wilde rust maar wij kozen avontuur.
Wat is het voorzetsel?
A
er is geen voorzetsel
B
maar
C
mijn
D
moeder
Slide 30 - Quiz
We doen een trip in de jungle van Thailand en gaan daarna naar Vietnam.
Wat zijn de voorzetsels?
A
in, van, naar
B
gaan, daarna
C
we, doen
D
trip, jungle
Slide 31 - Quiz
Mijn moeder ging akkoord omdat het drie tegen één was.
Wat is het voorzetsel?
A
mijn
B
ging
C
het
D
tegen
Slide 32 - Quiz
Zo dat was een flinke les!
jullie hebben hard gewerkt. nog één vraag. Welke onderdelen van de woordsoorten, begrijp je heel erg goed?
Slide 33 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
5 januari - Taal herhaling woordsoorten
Juin 2021
- Leçon avec
50 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5,6
5 januari - Taal herhaling woordsoorten
Juillet 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5,6
Woordsoorten
Juillet 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5,6
5 januari - Taal herhaling woordsoorten
Février 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5,6
Woordsoorten les groep 5-8
Décembre 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5-8
02. Thema 1, week 1 Les 2 Woordsoorten mix 2
Novembre 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 4
01. A. woordsoortenmix / voorbereiding voor bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 7,8
09. Thema 1, week 3 Toets
Septembre 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 7