Jeelo bron 1506: specerijen uit het verre oosten

Jeelo bron 1506 

Specerijen uit het Verre Oosten
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Jeelo bron 1506 

Specerijen uit het Verre Oosten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welke kruiden of specerijen vind jij lekker in je eten?

Slide 3 - Question ouverte

Doel van de les
Leesdoel: Je kent de specerijen peper, nootmuskaat, kaneel en kruidnagel, weet hoe ze eruit zien en waar ze voor gebruikt worden.

Lesdoel: Je leert hoofdzaken en bijzaken herkennen in een tekst.

Slide 4 - Diapositive

De leerkracht leest voor.
Lees goed mee!

Slide 5 - Diapositive

Hoe lang duurde de reis heen en weer naar het Verre Oosten?
A
9 uur
B
9 weken
C
9 maanden
D
9 jaar

Slide 6 - Quiz

Peperkorrels zijn eigenlijk...
A
gedroogde besjes
B
gedroogde worteltjes
C
gedroogde blaadjes
D
gedroogde bloemetjes

Slide 7 - Quiz

Tegen welke ziekte schijnt kaneel te helpen?
A
waterpokken
B
verkoudheid
C
blaasontsteking
D
hooikoorts

Slide 8 - Quiz

Hoe lang is een kruidnagel ongeveer?
A
1 millimeter
B
1 centimeter
C
1 decimeter
D
1 meter

Slide 9 - Quiz

Woorden
Zoek de woorden in de tekst. Arceer ze. Weet je wat deze woorden in de tekst betekenen?

bast, couscous, diarree, exceem, Gouden Eeuw, malen, ovaal/ovale, peperkoek, populair, raspen, ruim


Slide 10 - Diapositive

Welk woord past hierbij?

Slide 11 - Question ouverte

Welk woord past hierbij?

Slide 12 - Question ouverte

Welk woord past hierbij?

Slide 13 - Question ouverte

Wat zijn hoofdzaken en bijzaken?

Een hoofdzaak is iets wat heel belangrijk is.
In een tekst staan vaak een paar hoofdzaken. De hoofdzaken van een tekst zijn:
  • Het onderwerp
  • De belangrijkste woorden en zinnen
  • Wat de schrijver wil vertellen

Slide 14 - Diapositive

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 15 - Question ouverte

Welke zin uit deze alinea is het belangrijkst?

Slide 16 - Diapositive

Wat wil de schrijver vertellen over peper?

Slide 17 - Question ouverte

Wat wil de schrijver vertellen over nootmuskaat?

Slide 18 - Question ouverte

Wat weet je nu over hoofd- en bijzaken?

Slide 19 - Carte mentale

Wat heb je geleerd over specerijen?

Slide 20 - Carte mentale