Tekenen vmbo 3 - thema Dromen les 1

DROMEN
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

DROMEN

Slide 1 - Diapositive

Boeken die we gebruiken:

Kunstaktief dl. 3 - theorieboek
Kunstaktief dl. 3 - werkboek

  • We bespreken de vragen in het werkboek
  • Je werkt aan de tekenopdracht van het thema Dromen (huiswerk)

Slide 2 - Diapositive

Dromen kunnen angstaanjagend, leuk, of spannend zijn. Je ziet dingen en maakt dingen mee die je waarschijnlijk nooit in werkelijkheid zal meemaken.

Als je fantaseert, droom je met je ogen open. 
Je ontmoet bijv. beroemde mensen, woont in een waanzinnige villa met flamingo's bij het zwembad. Alles mag en alles kan...

Slide 3 - Diapositive

Waar denk je aan
bij dromen en fantasie?

Slide 4 - Carte mentale

Voor veel kunstenaars zijn dromen een grote inspiratiebron. Beeldend kunstenaars proberen hun dromen weer te geven in beelden of schilderijen. Die er hierdoor heel vreemd en vaak een beetje eng uitzien.

Slide 5 - Diapositive

Werkboek
We gaan nu een paar afbeeldingen bekijken 
met het thema dromen en hoe de kunstenaars dit thema hebben verbeeldt

Slide 6 - Diapositive

1. Bekijk afbeelding 1.13 De droom
Op afbeelding 1.13 zie je twee keer ∂e droom. De marshmellow is een verwijzing naar De droom, een schilderij van Picasso. Picasso is een van de schilders die het kubisme ‘uitvond’. Eén van de kenmerken van het kubisme is dat in een schilderij meerdere aanzichten worden gecombineerd.

In welk deel van de voorstelling herken je die combinatie van verschillende aanzichten?

Slide 7 - Diapositive

1. Bekijk afbeelding 1.13 De droom
Op afbeelding 1.13 zie je twee keer ∂e droom. De marshmellow is een verwijzing naar De droom, een schilderij van Picasso. Picasso is een van de schilders die het kubisme ‘uitvond’. Eén van de kenmerken van het kubisme is dat in een schilderij meerdere aanzichten worden gecombineerd.

In welk deel van de voorstelling herken je die combinatie van verschillende aanzichten?
Antwoord
In het gezicht; dat is en profil en frontaal afgebeeld.

Slide 8 - Diapositive

2. Bekijk afbeelding 1.14 Mariposas.

Op welke manier heeft de kunstenaar in zijn beeld ‘dromen’ verbeeld?

Slide 9 - Diapositive

2. Bekijk afbeelding 1.14 Mariposas.

Op welke manier heeft de kunstenaar in zijn beeld ‘dromen’ verbeeld?

Antwoord
Door vlinders rond het hoofd te laten fladderen.

Slide 10 - Diapositive

3. Bekijk afbeelding 1.15 Relativititeit.
In de tekening zie je een interieur met trappen en doorkijkjes naar buiten.
Noem nog twee andere aspecten 
van de vormgeving waarmee ruimte wordt gesuggereerd door
de tekenaar.


Slide 11 - Diapositive

3. Bekijk afbeelding 1.15 Relativititeit.
In de tekening zie je een interieur met trappen en doorkijkjes naar buiten.
Noem nog twee andere aspecten 
van de vormgeving waarmee ruimte wordt gesuggereerd door
de tekenaar.

Antwoord
- Licht- en schaduwwerking
- Overlapping
- Perspectief
- Plasticiteit

Slide 12 - Diapositive

4. Bekijk afbeelding 1.15 Relativititeit.
Relativiteit is een vervreemdende voorstelling. Dat blijkt ook uit de titel; relativiteit betekent ‘het is maar hoe je het bekijkt’. Dat geldt letterlijk voor deze tekening.

Wat is er in deze tekening aan de hand met het perspectief?

Slide 13 - Diapositive

4. Bekijk afbeelding 1.15 Relativititeit.
Relativiteit is een vervreemdende voorstelling. Dat blijkt ook uit de titel; relativiteit betekent ‘het is maar hoe je het bekijkt’. Dat geldt letterlijk voor deze tekening.

Wat is er in deze tekening aan de hand met het perspectief?

Antwoord
De maker heeft voor Relativiteit verschillende verdwijnpunten gekozen en het perspectief daaraan aangepast. 

Slide 14 - Diapositive

5. Bekijk afbeelding 1.15 Relativititeit.
De tekening Relativititeit is nogal verwarrend. Toch heeft de kunstenaar Maurits Escher ook voor eenheid gezorgd namelijk door herhaling.
Welke elementen laat Escher in zijn tekening terugkeren?
Noem drie aspecten van de voorstelling.

Slide 15 - Diapositive

5. Bekijk afbeelding 1.15 Relativititeit.
De tekening Relativititeit is nogal verwarrend. Toch heeft de kunstenaar Maurits Escher ook voor eenheid gezorgd namelijk door herhaling.
Welke elementen laat Escher in zijn tekening terugkeren?
Noem drie aspecten van de voorstelling.

Antwoord
Identiek zijn
- De figuren
- De bogen de doorgangen
- Trappen
- De leuningen langs de trappen

Slide 16 - Diapositive

6. Bekijk afbeelding 1.16 De tulpen van Shangri-La.
In welk opzicht doorbreken De tulpen van Shangri-La het gebruikelijke beeld van tulpen?
Noem – behalve het formaat – drie voorstellingsaspecten die niet bij tulpen horen.

Slide 17 - Diapositive

6. Bekijk afbeelding 1.16 De tulpen van Shangri-La.
In welk opzicht doorbreken De tulpen van Shangri-La het gebruikelijke beeld van tulpen?
Noem – behalve het formaat – drie voorstellingsaspecten die niet bij tulpen horen.
Antwoord
- De kleuren zijn niet ‘des tulps’
- De stelen zijn niet strak recht, maar gebogen, slingerend
- De tulpen hebben perfecte ronde stippen
- De stelen en de bladeren hebben perfecte ronde stippen
- De bladeren lijken direct uit de grond te komen
- De verhouding lengte plant – grootte van de bloem klopt niet.

Slide 18 - Diapositive

7. Bekijk afbeelding 1.16 De tulpen van Shangri-La.
Shangri-La is de naam voor een niet bestaand paradijselijk gebied in de Himalya. James Hiltonheeft dat in een van zijn romans bedacht. De tulpen van Shangri-La verwijst naar die paradijselijke plaats. Het beeld staat op het plein voor het grote zakeleijke internationale station van Lille.
Bedenk een argument waarmee de maker met De tulpen van Shangri-La commentaar levert op het moderne, zakelijke centrum van Lille.

Slide 19 - Diapositive

7. Bekijk afbeelding 1.16 De tulpen van Shangri-La.
Shangri-La is de naam voor een niet bestaand paradijselijk gebied in de Himalya. James Hiltonheeft dat in een van zijn romans bedacht. De tulpen van Shangri-La verwijst naar die paradijselijke plaats. Het beeld staat op het plein voor het grote zakeleijke internationale station van Lille.
Bedenk een argument waarmee de maker met De tulpen van Shangri-La commentaar levert op het moderne, zakelijke centrum van Lille.
Antwoord
Mogelijke argumenten:
- De tulpen vormen in kleur en vorm een groot contrast met het grijze, saaie, strakke plein
- Het plein heeft alle natuur verdreven. De kunstenaar benadrukt dat met deze reuzenbloemen.

Slide 20 - Diapositive

8. Bekijk afbeelding 1.18 en 1.19 en 1.20 ‘Theater-Museum Dalí’ en lees de tekst De dromen van Dalí.
Leg uit dat je de naam ‘Theater-Museum Dalí’ goed of niet goed gekozen vindt.

Slide 21 - Diapositive

8. Bekijk afbeelding 1.18 en 1.19 en 1.20 ‘Theater-Museum Dalí’ en lees de tekst De dromen van Dalí.
Leg uit dat je de naam ‘Theater-Museum Dalí’ goed of niet goed gekozen vindt.

Antwoord: (is persoonlijk)
- Goed gekozen: Dalí was een theatrale persoonlijkheid. In het museum is een ruimte gewijd
aan de filmster Mae West, de Mae West kamer, met een theatergordijn en een
theatervloer. In het museum word je vermaakt met het werk van Dalí.
- Niet goed gekozen: Er vinden geen optredens plaats. Het is dus geen theater, maar een museum.

Slide 22 - Diapositive

9. Bekijk afbeelding 1.18 ‘Theater-Museum Dalí’.
Het Theater-Museum Dalí is een modern surrealistisch gebouw.
Noem drie aspecten van het gebouw die ongewoon zijn voor een museum en naar het surrealisme verwijzen.

Slide 23 - Diapositive

9. Bekijk afbeelding 1.18 ‘Theater-Museum Dalí’.
Het Theater-Museum Dalí is een modern surrealistisch gebouw.
Noem drie aspecten van het gebouw die ongewoon zijn voor een museum en naar het surrealisme verwijzen.

Antwoord
- Geen dagelijks voorkomende bouwwijze.
- Rode gespikkelde muren.
- Grote eieren op de dakrand.
- Glazen koepel.
- Kasteeltoren.

Slide 24 - Diapositive

10. Bekijk afbeelding 1.20 Mae West kamer.
Leg uit dat het standpunt van de toeschouwer erg belangrijk is om een goed beeld te krijgen.

Slide 25 - Diapositive

10. Bekijk afbeelding 1.20 Mae West kamer.
Leg uit dat het standpunt van de toeschouwer erg belangrijk is om een goed beeld te krijgen.

Antwoord
- Als je opzij staat, zoals de fotograaf heeft gedaan voor afbeelding 1.20, dan zie je een vertekend beeld.

Slide 26 - Diapositive

Belangrijke begrippen
  • Aspecten van de voorstelling Wat zie je? 
een houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, kijkrichting,kleding of haardracht van personen,
stofuitdrukking,
interieur, achtergrond, etc.. 

  • Aspecten van de vormgeving/beeldende aspecten 
Hoe is het gemaakt? 
Kleur, licht, ruimte ,compositie,
vorm en textuur 


Slide 27 - Diapositive

Belangrijke begrippen
Technieken en de daarbij behorende materialen, apparatuur, gereedschappen technieken: tekenen, arceren, aquarelleren, collage. Materialen: verf, hout, stof, kwast, spuitbus • Functionaliteit wat is het doel van het werk?
Decoratief, educatief, esthetisch, gebruiksfunctie 
Aspecten van de culturele en kunsthistorische context kennis van kunstgeschiedenis en dit toepassen: klassiek, maatschappelijk, origineel, progressief, religieus,

Slide 28 - Diapositive

Procesverslag van het beeldend werk
Zie blz. 7 t/m 9
In dit verslag houd je je ideeën, schetsen en vorderingen bij van het beeldende werkstuk dat je bedenkt, ontwikkelt en uitvoert bij het thema Dromen.

Dit verslag is een document dat gebruikt wordt om je werkproces en werkstuk te beoordelen!

Slide 29 - Diapositive

Onderdeel A breed oriënteren
Oriënteren - Breed onderzoek
in deze fase ga je op zoek naar verschillende ideeën die passen

Maak een moodboard of collage (ideeënblad waar je je ideeën op schrijft, tekent en plakt). Alles wat jij interessant vindt over een bepaald onderwerp verzamel je op dit blad.

Focus jezelf nog niet teveel op één idee maar verzamel meerdere ideeën. Dus ± 3 tot 5 verschillende ideeën.

Slide 30 - Diapositive

Onderdeel B beeldend onderzoeken
In deze fase ga je bepalen wat voor jou het beste idee is en hoe je dit gaat vormgeven.

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt de mate bekeken waarin jij diep en samenhangend beeldend onderzoek hebt gedaan.

Bijvoorbeeld: Maak schetsen, studies, proefjes

Slide 31 - Diapositive

Hoe doe je dit?
Onderdeel B (diepte onderzoek)

Nummer al je schetsen, printjes, materiaalproefjes op volgorde en per onderdeel. Maak schetsen en materiaalproefjes omdat ze iets toevoegen aan het geheel. Zorg voor diepgang. Als je bijvoorbeeld een boom wil tekenen voor het thema ‘Dromen' waarin je een ontwerp gaat maken van een kunstwerk dan maak je minimaal 10 schetsen van verschillende aanzichten van het kunstwerk, schetsen waarmee je bepaald details uitlicht en schetsen waarbij het kunstwerk in de stad zelf staat. Maak aantekeningen op je schetsen! Er mag op geschreven worden.



Slide 32 - Diapositive

Aan het einde van de les maakt iedereen een foto van de schetsen die gemaakt zijn in de les over het thema dromen.

Als je deze niet af hebt maak je het voor volgende week af. Dan beginnen we aan de uitwerking

Slide 33 - Diapositive