Gezamenlijke les- W6 les 2 Communicatie Luistervaardigheden

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

B1-K1-W6: Stemt de werkzaamheden af

Les 2- Semester 2 - week van 07 feb- S21ABC

Lesprogramma

• Welkom, AWR
• Lesdoelen vandaag 
  
• Zelfstudie check

• Actief luisteren
• Oefenen met luistervaardigheden 
  
• Check lesdoelen 
• Zelfstudie/huiswerk
  
• Afsluiting 

Lesdoelen vandaag 

Aan het eind van deze les:

• kun je de verschillende onderdelen en vormen van communicatie herkennen en benoemen.
• kun je een actieve luisterhouding laten zien in een gesprek met een medestudent.
• kun je een medestudent observeren en benoemen welke onderdelen van een actieve luisterhouding diegene laat zien.

Zelfstudie

Basisaspecten van communicatie:

communicatieschema (zender-medium-ontvanger)

ruis, non-verbale en verbale communicatie, lichaamshouding, referentiekader, interculturele communicatie

Luisteren: vormen van luisteren, luisterdoelen en vaardigheden, verschillende vraagvormen, actief luisteren aandachtspunten, actieve luisterhouding

Leg in eigen woorden uit wat 'afstemmen' inhoudt in de maatschappelijke zorg

Ronan roept naar Sophie dat hij over 10 minuten weer terug is.

1. Sophie is de zender
2. Ronan is de ontvanger
3. Ronan is de zender
4. Sophie is de zender en ontvanger

Verbaal

Non-verbaal

Een geschreven brief

Fluisteren

"Ja duh"

Glimlachen

Een tekening van een kleuter

Zwaaien

Interne ruis

Externe ruis

Externe ruis

Interne ruis

Kijkopdracht

We gaan kijken naar een filmpje waarin de vos zich niet zo goed voelt.

De beer en het hert reageren allebei op de gevoelens van de vos.

Wat is het verschil tussen de reactie van het hert en de reactie van de beer?

Wat is het verschil tussen de reactie van het hert en de reactie van de beer?

Actief luisteren

Ook wel "empathisch luisteren" genoemd.

We proberen ons in te leven in de ander en proberen te luisteren naar wat de ander ons echt wil vertellen.

In onze reactie verwoorden we het gevoel of de behoefte van de ander, zodat de ander zich gehoord en begrepen voelt.

Opdracht deel 1

Bespreek in drietallen:

Hoe reageer je verbaal op een ander met actief luisteren?

Schrijf minimaal drie voorbeeld zinnen op die jullie zouden kunnen gebruiken in een gesprek.

Hoe reageer je non-verbaal op een ander met actief luisteren?

Schrijf vervolgens minimaal drie houdingen of bewegingen op die jullie zouden kunnen gebruiken in een gesprek.

Opdracht deel 2

Jullie gaan nu oefenen met actief luisteren.Verdeel hiervoor de rollen:

- Cliënt

- Begeleider

- Observant

De cliënt wil een verhaal delen met de begeleider. De begeleider gaat luisteren naar het verhaal van de cliënt. De observant noteert welke verbale en non-verbale luistervaardigheden hij of zij ziet bij de begeleider.

Opdracht deel 3

De observant gaat nu feedback geven. Dit doen we op de volgende manier:

• De observant deelt wat hij of zij gezien aan luistervaardigheden bij de begeleider.
• De observant benoemt hoe het luisteren van de begeleider op hem of haar overkwam.
• De observant geeft één tip (niet meer dan één!).

Evaluatie opdracht

Hoe was het voor de cliënten om hun probleem te delen?

Hoe was het voor de begeleiders om de luistervaardigheden te oefenen?

Hoe was het voor de observanten om te kijken en feedback te geven?

Check - Lesdoelen vandaag

Aan het eind van deze les:

• kun je de verschillende onderdelen en vormen van communicatie herkennen en benoemen.
• kun je een actieve luisterhouding laten zien in een gesprek met een medestudent.
• kun je een medestudent observeren en benoemen welke onderdelen van een actieve luisterhouding diegene laat zien

Zelfstudie

Zelfstandig werken- zelfstudie

Lezen thema 4.9 Feedback geven en ontvangen - Maken opdrachten 1ABC, 2ABCD, 3, 4ABC, 5ABC, 6ABCDE 

Fijne  week! 

Casus 1

Je nieuwe fiets is gestolen. Je baalt er enorm van want je had er hard voor gespaard. Je had een goed slot gekocht en hebt de fiets altijd op slot gezet. Je ziet er tegenop om het tegen je familie te vertellen. Ze zeggen wel vaker dat je onzorgvuldig met je spullen om gaat.

Casus 2

Je vakantie kan niet doorgaan. Je hebt corona opgelopen via een vriend. Daardoor moest je in quarantaine en kon je de vlucht niet nemen. Je keek enorm uit naar deze vakantie, omdat je een moeilijke tijd achter de rug hebt en veel hebt moeten werken. Je bent echt toe aan ontspanning en nu kan de vakantie die je had gepland niet door gaan.

Casus 3

Je bent ontslagen op je bijbaan. Je had een heel leuke bijbaan, maar je contract is niet verlengd. Jouw baas had vanwege de lockdown geen werk meer voor je. Je kunt er verder niets aan doen. Maar het geld dat je daar verdiende heb je eigenlijk wel nodig. Je studeert en woont op jezelf. Je hebt daardoor iedere cent nodig. Je maakt je zorgen over of je deze maand nog wel rond gaat komen.

Casus 4

Je bent opgelicht op marktplaats. Je dacht een goede deal te hebben gemaakt voor een Playstation 5, maar uiteindelijk ben je gewoon opgelicht. Je bent boos op marktplaats, die website had er toch voor moeten zorgen dat zoiets niet zomaar kan gebeuren. Maar eigenlijk twijfel je aan jezelf. Je bent bang dat de ander jou dom vindt. Je dacht dat je het goed had uitgezocht van te voren.