Week 3 Winkel

Winkels
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
retail en logistiekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Winkels

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat voor soorten winkels er zijn.
  • Je kan vertellen wat een assortiment is.
  • Je kan de verschillende bedieningssystemen benoemen.
  • Je kan je eigen winkel bedenken.

Slide 2 - Diapositive

Winkelverkoop
  • Supermarkt
  • Bouw- en hobbymarkt
  • Tuincentrum
  • Warenhuis
  • Speciaalzaak
  • Vitrinewinkel

Slide 3 - Diapositive

Niet-winkelverkoop
  • Ambulante handel
  • Postorderbedrijf
  • Internet

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
Van de docent heb je opdrachten gekregen maak nu opdracht 1
Kies het logo en benoem de winkelsoort

Je hebt 5 minuten de tijd

Slide 5 - Diapositive

Winkelgrootte
Kleinbedrijf = minder dan 10 medewerkers ----> 1 winkel
Middelbedrijf = 10-100 medewerkers -----> maximaal 14 winkels
Grootbedrijf = 100+ medewerkers ---> meer dan 14 winkels

Slide 6 - Diapositive

Assortiment
Assortiment = Alle artikelen in de winkel
Artikelgroep = Artikelen die bij elkaar horen



Assortiment ---> Artikelgroepen ----> Artikelen

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
Van de docent heb je opdrachten gekregen maak nu opdracht 2
Schrijf per artikelgroep 
3 artikelen op

Je hebt 10 minuten de tijd

Slide 8 - Diapositive

Bedieningssystemen
Zelfbediening = de klant pakt de artikelen zelf
Bediening = de klant wordt altijd geholpen door de winkelier
Semi-zelfbediening = zowel de klant als winkelier kan artikelen pakken

Slide 9 - Diapositive

Prijs en Service
Service = de klant krijgt iets extra's
Goedkope winkels geen service
Dure winkels wel service

Meer service = hogere prijzen door personeel
Betere service = meer klanten & klanten komen terug

Slide 10 - Diapositive

Inrichting
Looproute = je ziet zoveel mogelijk
Looproute = grotere kans extra te kopen

Etalage = visitekaartje winkel
Vitrine(kast) = plek kostbare producten
                               gekoelde producten

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Bedenk een eigen winkel:
  • Ontwerp een logo
  • Bedenk een naam
  • Wat voor soort winkel
  • Hoe groot wordt je winkel
  • Welke artikelen
  • Wat voor service

Slide 12 - Diapositive

Hoe is de opdracht gegaan, wat ging er goed en wat minder goed?

Slide 13 - Question ouverte