Herhaling H1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom T26

Herhaling hoofdstuk 1.

Stroomschema vlakke figuren

Verschillende driehoeken.

verschillende vierhoeken.

Welke driehoek
is een
rechthoekige
driehoek?

1. ΔABC
2. ΔDEF
3. ΔKLM
4. ΔPQR

Welke driehoek
is een
gelijkzijdige
driehoek?

1. ΔABC
2. ΔDEF
3. ΔKLM
4. ΔPQR

Welke driehoek
is een
gelijkbenige
driehoek?

1. ΔABC
2. ΔDEF
3. ΔKLM
4. ΔPQR

Noem een vlak figuur met 4 hoekpunten.

Hoek berekenen in een driehoek.

Twee van de drie hoeken zijn gegeven.

De hoeken samen is 

Om de onbekende uit te rekenen doe je:

180°

∠C=180°−∠A−∠B

Hoek berekenen in een driehoek.

Gebruik gegevens die je al kent.

                     is een gelijkbenige driehoek. Dus 

Dan kan je             berekenen.

∠A=∠B

∠C​1​​

ΔABC

Hoek berekenen in een driehoek.

            kan berekend worden wanneer             berekend is.

Heel            is 180^o.

           = 180^o - 

∠C

∠C​1​​

∠C​2​​

∠C​1​​

∠C​2​​

Hoe groot is hoek Bereken met de hoekensom

∠C

1. 30º
2. 40º
3. 45º
4. 35º

Hoeveel graden is

∠R

1. 32​o​​
2. 58​o​​
3. 90​o​​
4. 116​o​​

Hoek P = hoek Q1 = 32 graden, dan in de grote drieheok PQR de hoekensom gebruiken.

Vraag door naar andere hoeken, via chat eventueel

Vierhoeken, parallellogram

Ruit

Vlieger

Trapezium

De diagonalen van een vlieger staan loodrecht op elkaar.

1. Waar
2. Niet waar

Welk ander vlakfiguur heeft dezelfde eigenschappen als een parallellogram?

1. Gewone vierhoek
2. Vlieger
3. Trapezium
4. Ruit

Hoeveel symmetrieassen heeft een vlieger?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 4

De 4 hoeken in 4-hoeken

Bereken van vierhoek ABCD

∠C

1. 117°
2. 137°
3. 127°
4. Is niet te berekenen.