Intro-les Duits H2/ V2

lich Willkommen!
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare school

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

lich Willkommen!

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Wie ben ik?
  • Welke regels?

  • Wat kun je van het 2e jaar verwachten?
  • Wat is Duitsland eigenlijk voor een land?
  • Herhaling + luisteren




Slide 2 - Diapositive

Am Ende der Stunde:

Hebben jullie een beeld van mij en hoe een Duitse les eruit ziet.

Slide 3 - Diapositive

Wer bin ich
  • Frau Kolmschot
  • 46 Jahre alt 
  • Hobbys: Wandern, lesen und reisen 
  • In Utrecht und Münster (DE) studiert 
  • Schon lange unterrichte ich die Deutsche Sprache.
  • ♥ Sprachen:  Niederländisch, Deutsch,
  • Englisch, Französisch (Anfänger). 

Slide 4 - Diapositive

Klassenregeln
  • Als je de klas binnenkomt, ga je rustig op je eigen plek zitten. 
  • Wil je iets vragen? Steek je vinger op. 
  • Docent of leerling aan het woord, dan is de rest altijd stil. 
  • Tijdens de uitleg ben je stil. 
  • Normaal en net taalgebruik.
  • Je reageert niet continu op elkaar.
  • Mobieltjes in de telefoontas.
  • Je neemt je boek, laptop en aantek. schrift  mee naar de les.

Slide 5 - Diapositive

Deutschbuch
Zugspitze.

Teil  1  -  Havo
               Vwo

Slide 6 - Diapositive

Ik ben wel eens in Duitsland geweest:
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Duitsland/Oostenrijk/Zwitserland

Slide 8 - Carte mentale

Duitsland
  • +/- 80 miljoen inwoners
  • 8,5x groter dan NL
  • grenst aan NL, België, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Tschjechië, Polen en Denemarken
  • 16 Bundesländer

Slide 9 - Diapositive

Hamburg

Nord- und Ostsee 

Im Norden:

Slide 10 - Diapositive

Köln
Ruhrgebiet
Im Westen:

Slide 11 - Diapositive

Berlin

Sächsische Schweiz

Im Osten:

Slide 12 - Diapositive

München

Deutsche Alpen

Im Süden:

Slide 13 - Diapositive

Duits binnen Europa 
Duitsland
Zwitserland
Oostenrijk
Luxemburg


Italië
België
Polen
Roemenië

Slide 14 - Diapositive

Duitse cultuur - eten

Slide 15 - Diapositive

Duitse cultuur - traditionele kleding
Dirndl
Lederhose

Slide 16 - Diapositive

Duitse cultuur - Oktoberfest

Slide 17 - Diapositive

Duitse cultuur - Fasching

Slide 18 - Diapositive

Duitse cultuur - auto's

Slide 19 - Diapositive

Weißt du noch?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

zwanzig
sechzehn
zwei
sieben
neun
dreizehn

Slide 22 - Question de remorquage

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
rosarot
braun

Slide 23 - Question de remorquage

Slide 24 - Diapositive

ich
du
sie
er
es
man
wir
ihr
sie
Sie
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
MEN
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ

Slide 25 - Question de remorquage

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 26 - Question de remorquage

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Diapositive

timer
1:00
die
der
das
Mann
Frau
Kind
Junge
Schule
Mädchen

Haus
Lehrer

Lehrerin

Slide 29 - Question de remorquage

Der, die oder das?
Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quiz

Der, die oder das?

Haus
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quiz

Der, die oder das?
Mutter
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quiz

Der, die oder das?
Mittwoch
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quiz

Der, die oder das?
Adresse

A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Het is kwart over 3.
A
Es ist viertel vor drei.
B
Es ist viertel nach drei.
C
Es ist halb drei.
D
Es ist drei Uhr.

Slide 36 - Quiz

Het is kwart voor 8.
A
Es ist acht Uhr.
B
Es ist viertel nach acht.
C
Es ist halb acht.
D
Es ist viertel vor acht.

Slide 37 - Quiz

Het is 10 over 11.
A
Es ist zehn nach elf.
B
Es ist viertel nach elf.
C
Es ist zehn vor elf.
D
Es ist viertel vor elf.

Slide 38 - Quiz

Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher

Slide 39 - Question de remorquage

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 40 - Carte mentale

Wel of geen hoofdletter?
A
die mutter
B
die Mutter

Slide 41 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
das pferd
B
das Pferd

Slide 42 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
grün
B
Grün

Slide 43 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
berlin
B
Berlin

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Vidéo

Van welke stad maakt Hollywood deel uit?
A
Las Vegas
B
San Francisco
C
Los Angeles
D
San Diego

Slide 46 - Quiz

Waardoor is Hollywood zo beroemd?

Slide 47 - Carte mentale

Waarom kwamen filmmakers in 1911 naar Hollywood?
A
Omdat hier veel acteurs waren.
B
Om het gunstige weer.
C
Hollywood was goedkoop om te vestigen.

Slide 48 - Quiz

Waarom was het weer zo belangrijk voor filmmakers?

Slide 49 - Question ouverte

Wat zijn twee voordelen van de filmsets?

Slide 50 - Question ouverte

Slide 51 - Vidéo