Dermatica theorie

Dermatica
1 / 27
suivant
Slide 1: Carte mentale
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

Dermatica

Slide 1 - Carte mentale

Wat weet je ervan? 
Waar let je op?
Welke vormen van dermatica zijn er?
Wat zijn de verschillen tussen de verschillende vormen?


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Indifferente crèmes en zalven

Slide 4 - Diapositive

Natte huid→ veel water dat verdampt en neemt dan vocht mee uit de huid.
Droge huid→ sluit de huid af, vocht kan daardoor niet verdampen, hydrateert op die manier de huid. Over het algemeen: nat met nat en droog met droog behandelen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Dispergeren is het afwrijven van een stof=stof fijn verdelen, vooraf fijngemaakt. Stoffen die niet/ onvoldoende oplossen = dispergeren (fijngemaakt). Deeltjesgrootte 90 of gemicroniseerd anders vooraf fijnwrijven.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

constituentia= basis

Slide 9 - Diapositive

Hydrofobe→basis bestaat uit vetten
Makkelijk te mengen in kunststof of rvs mortieren → middels gelijke delen.
Verwarmen op waterbad.

Slide 10 - Diapositive

Vaste vetten → lipofiele stoffen.
Vaak hebben FNA preparaten een combinatie van deze stoffen.

Slide 11 - Diapositive

Drie manieren om farmacon toe te voegen: oplossen, mengen en afwrijven.

Slide 12 - Diapositive

Let goed op wat er op het recept staat, bijv. basis voor
Bereidingsprotocol uitprinten in Protype. In het FNA staat beschreven op welke wijze je stoffen kunt toevoegen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

lange lipofiele staart met een hydrofiel hoofd.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

O/W kan verdund worden met water (laatstgenoemde is de buitenste fase)
W/O kan verdund worden met olie of vet.
Cetiol V→ goed smeerbaar
Sorbinezuur→ conserveermiddel
Sorbitol→ gaat de uitdroging van crème tegen

Slide 17 - Diapositive

Boven een bepaalde concentratie breekt de emulsie bij verwerking van bepaalde stoffen, er ontstaan dan oliedruppels (bijv. alcohol, salicylzuur) zie tabel onverenigbaarheden

Slide 18 - Diapositive

Vetten hoeven niet geconserveerd te worden→ bacteriën kunnen niet groeien in vetten.
Gezuiverd water bederft sneller dan kraanwater ivm het ontbreken van zouten die de bacteriegroei remmen.
Afleveren in tubes→ gaat bacteriegroei en indrogend effect tegen.
cetrimide→ zo mogelijk combineren met 0,1% dinatriumedetaat (antioxidant) , versterkt de werking.
Chloorhexidine-digluconaat→ onverenigbaar met carbomeer, neerslag ontstaat vaak pas na enige tijd.
Propyleenglycol→ in hogere concentraties kan huidirritatie voorkomen; vooral onder occlusie en in huidplooien.
Methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat zijn goed vetoplosbaar en daarom minder geschikt voor conservering van crèmes, echter wel voor gels en oplossingen. Kan overgevoeligheid op de huid geven,  Propylparahydroxybenzoaat wordt alleen in combinatie met methylparahydroxybenzoaat gebruikt; ze versterken elkaars werking.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cetomacrogolzalf → bevat meer emulgator, daardoor beter geschikt voor toevoegingen dan koelzalf of cetomacrogolcrème met vaseline.
De basis voor cetomacrogolzalf en crème kan worden gebruikt bij balneotherapie= therapie voor een zeer droge huid.

Slide 23 - Diapositive

Cera Lanette SX=oude naam, de preparaten daarna vernoemd
De emulgator van Lanettecrème is stabieler dan die van cetomacrogolcrème. Bij Lanette II speciale bereiding in acht nemen, altijd eerst FNA raadplegen, daarna LNA procedures. In Protype gestandaardiseerd CBV, let wel op autorisatieparaaf.

Slide 24 - Diapositive

Trometamol toegevoegd aan carbomeer (zout, reageert zuur) om de ph te neutraliseren.
Met aminen neutraliseert carbomeer ook→alcoholgel.
Gels toegepast op natten en of jeukende huidaandoeningen, kan ook op behaarde hoofdhuid. Indrogend effect dus niet op droge (hoofd)huid.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Farmaceutisch rekenen 
1% betekent 1/100 ste deel en 1‰ betekent 1/1000 ste deel

1 % g/g = 1 gram in 100 gram
1 % g/v = 1 gram in 100 ml
1 % v/v = 1 ml in 100 ml





Procent = gedeelte / totaal x 100%
Promille = gedeelte / totaal x 1000‰

Slide 26 - Diapositive

Wie heeft zich er in verdiept en vragen?
Farmaceutische rekenen
R/   Ac. Salicylicum 4   g
       Cr. cetomacrogol    ad 250   g

Norm dosering volgens Informatorium is 20 - 50 mg/g 
Voldoet dit recept aan de norm? 


Bijstellen volgens de norm, hoeveel gram salicylzuur dien je dan af te wegen ? 


Welk percentage in % zet je op je etiket?  
4g = 4000 mg
4000 mg in 250 g
   ? in 1 g → 4000mg/250 = 16 mg/g is dus onder de norm. 
20 mg/g is dus 20 mg x 250g = 5000 mg = 5 g
5 g/250 g x 100% = 2 %   of je weet dat 1% = 10 mg/g
dan is dus 20 mg/g = 2%
Cetomacrogolcrème met 2% salicylzuur

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions