2.1 Ongeslachtelijke voortplanting

1.000.000
B
1000
O
20-200.000.000
B
26
I
30
E
19
B
Aantal eicellen in eierstokken bij de geboorte
1
Iedere maand gaat dit aantal onrijpe eicellen verloren
2
Aantal spermacellen per ejaculatie
3
Gemiddeld aantal dagen in een menstruatie cyclus
5
Percentage stellen dat zwanger is binnen 3 maanden
6
Gemiddelde leeftijd voor de eerste keer seks
4
1 / 40
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1.000.000
B
1000
O
20-200.000.000
B
26
I
30
E
19
B
Aantal eicellen in eierstokken bij de geboorte
1
Iedere maand gaat dit aantal onrijpe eicellen verloren
2
Aantal spermacellen per ejaculatie
3
Gemiddeld aantal dagen in een menstruatie cyclus
5
Percentage stellen dat zwanger is binnen 3 maanden
6
Gemiddelde leeftijd voor de eerste keer seks
4

Slide 1 - Question de remorquage

Seks en zo

Slide 2 - Diapositive

Gender en seksualiteit

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn de 3 belangrijkste dingen die ik jullie wil meegeven dit thema?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Waarom hebben we eigenlijk seks?
Noem in 3 minuten zo veel mogelijk voor en nadelen.
timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

Wat is het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 7 - Question ouverte

Waarom hebben we eigenlijk seks?
Noem in 3 minuten zo veel mogelijk voor en nadelen.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen bs 2.1
2.1.1 Je kunt uitleggen op welke manieren er door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.

 
2.1.2 Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.

Slide 10 - Diapositive

voortplanting = reproductie
ongeslachtelijk
geslachtelijk
alleen
man + vrouw
meer gelijke cellen
eicel + zaadcel
mitose
meiose
genetisch identiek
genetisch anders
eencellige en meercellige (om nieuwe cellen te maken bij groei of schade)
meercelligen
bacterien, schimmels, planten en sommige dieren
planten en dieren

Slide 11 - Diapositive

Geslachtelijk

  • Samensmelting van kernen
  • Nieuwe combinaties genen
  • Grotere variatie
  • Langzamer
  • Bij bijna alle meercellige

Ongeslachtelijk

  • Geen samensmelting van kernen
  • Geen nieuwe combinaties genen
  • Weinig variatie
  • Veel sneller
  • Bij bacteriën, soms ook bij meercellige

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Deel van een plant groeit uit tot nieuwe plant

bollen
knollen
uitloper
wortelstok   
 .

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting bij dieren
Parthenogenese: vrouwtjes kunnen zichzelf voortplanten zonder bevruchting door een mannetje. De nakomelingen zijn 
genetisch identiek aan het vrouwtje. Dit komt voor bij sommige insecten, reptielen en vissen.

Slide 17 - Diapositive

Celdeling = ongeslachtelijke voortplanting

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive


WAT
basis: extra uitleg, lezen + maken 2.1, voorkennistoets
medium: testjezelf 2.1+ lezen+maken 2.2
gevorderd: examenopgaven oefenen + context opg maken

HOE
individueel
in stilte


HULP NODIG
  1. nakijkmodel van de opdrachten
  2. docent aanspreken als ze langs loopt
  3. ga door met volgende opdracht
actie - IN STILTE
timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Binas 76A: Celcyclus

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Chromatide & chromosoom
Je cel bestaat uit 46 slierten DNA. Deze noem je chromosomen. 

Één verdubbeld chromosoom bestaat uit twee identieke strengen DNA genaamd chromatiden

Na het uit elkaar trekken in de anafase noem je elk losse chromatide weer een chromosoom

Slide 26 - Diapositive

Wat is wat?
centrosoom
centromeer
centriool
chromosoom
chromatide

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt alleen voor bij dieren
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen

Slide 29 - Quiz

Op welk moment in de celcyclus vindt plasmagroei plaats.
A
Voorafgaande aan de kerndeling
B
Na de kerndeling maar voor de celdeling
C
Na de celdeling

Slide 30 - Quiz

Welk nr. is het centrosoom en wat doet die?
A
nr 4: het zorgt voor spiraliseren van DNA
B
nr 13: het zorgt voor spiraliseren van DNA
C
nr 13: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
D
nr 9: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen

Slide 31 - Quiz

In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
timer
0:15
A
Tijdens de G1-fase.
B
Tijdens de S-fase.
C
Tijdens de G2-fase.
D
Tijdens de M-fase (mitose).

Slide 32 - Quiz

wat is de juiste volgorde?
A
mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
B
celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
C
mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
D
celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking

Slide 33 - Quiz

Welke processen vinden plaats gedurende de M fase?
A
DNA replicatie, kerndeling, celdeling
B
DNA replicatie, celdeling, plasmagroei
C
kerndeling, celdeling
D
celdeling, plasmagroei

Slide 34 - Quiz

Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar?
Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatiden
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden

Slide 35 - Quiz

Bij klonen spreek je van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 36 - Quiz

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 37 - Quiz

Fasen van de mitose zijn in willekeurige volgorde: metafase, profase, telofase en anafase.
Bij welk(e) van deze fasen bestaan de chromosomen uit één chromatide?
A
Telofase
B
Profase
C
Anafase
D
Metafase

Slide 38 - Quiz

Op welke afbeelding zijn chromatiden van een chromosoom in één cel weergegeven tijdens het eerste gedeelte van de mitose?
A
B
C

Slide 39 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij de celcyclus?
A
spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
B
celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
C
kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
D
kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling

Slide 40 - Quiz