Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijles (Engelse) werkwoorden
(Engelse) werkwoorden
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 2,3
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
(Engelse) werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Herhaling...
Herhaling...
Slide 2 - Diapositive
Cliphanger
Slide 3 - Diapositive
quiz.ntr.nl
Slide 4 - Lien
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd = voltooid deelwoord
B
gebeurt = PV TT: stam + t
C
gebeurdt = PV TT: stam +dt
Slide 8 - Quiz
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden = hele werkwoord
B
besteede = PV VT: stam + e
C
besteedden = PV VT: stam + den
D
besteeden = PV VT: stam + en
Slide 9 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend = voltooid deelwoord
B
betekent = PV TT: stam + t
C
betekendt = PV TT: stam + dt
Slide 10 - Quiz
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Gisteren haastten mijn ouders zich naar de bus.
B
Gisteren haasten mijn ouders zich naar de bus.
Slide 11 - Quiz
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij heeft zich bij mij gemeld.
B
Hij heeft zich bij mij gemeldt.
C
Hij heeft zich bij mij gemelt.
Slide 12 - Quiz
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Annie vluchte de wc in.
B
Annie vluchtte de wc in.
Slide 13 - Quiz
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij is verhuist naar Amsterdam.
B
Hij is verhuisd naar Amsterdam.
Slide 14 - Quiz
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Houdt je van pizza?
B
Houd je van pizza?
Slide 15 - Quiz
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Je rijdt in een luxe wagen.
B
Je rijd in een luxe wagen.
Slide 16 - Quiz
Welke Engelse werkwoorden ken je?
Slide 17 - Question ouverte
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 18 - Diapositive
maar..... let op de uitspraak -n
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
En nu......
Even oefenen..
Extra uitleg:
deleten
Slide 21 - Diapositive
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 22 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 23 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 24 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 25 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 26 - Quiz
www.berktekst.nl
Slide 27 - Lien
www.berktekst.nl
Slide 28 - Lien
www.berktekst.nl
Slide 29 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
Uitleg en oefenen (Engelse) werkwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2,3
HV2, Spelling H2: Engelse werkwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling Engelse werkwoorden herhaling
Octobre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Werkwoorden in de Nederlandse taal
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Werkwoordspelling - herhaling
Janvier 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2Ha oefenen Spelling Engelse werkwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
taalverzorging m4 -> ww-spelling
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Havo 3 H5 Spelling (Engelse) werkwoorden
Mars 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2