Oefentoets Stevigheid en beweging kgt

Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen
1 / 19
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 1 - Question de remorquage

Gewricht
Kraakbeen
Naad-verbinding
Vergroeid

Slide 2 - Question de remorquage

Terugblik Gewrichten
Kraakbeenlaagje
Gewrichtskapsel
Gewrichtskom
Gewrichtskogel

Slide 3 - Question de remorquage

Kogel-
gewricht

scharnier-
gewricht

Slide 4 - Question de remorquage

Als je lijmstof uit een bot haalt, wordt het bot zacht en buigzaam.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij een kogelgewricht is beweging mogelijk in verschillende richtingen
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De heupbeenderen vormen samen met de lendenwervels de bekkengordel.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De vingerkootjes zijn met elkaar verbonden door gewrichten
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Gewrichtskom
Gewrichtssmeer 
Kraakbeenlaagje
Gewrichtskapsel
Kapselbanden
Gewrichtskogel
1
2
3
4
5
6

Slide 9 - Question de remorquage

Waaruit bestaan botten van baby's vooral?
A
kalk
B
kraakbeen
C
lijmstof
D
pezen

Slide 10 - Quiz

Welke uitspraak over botten is juist?
A
Als botten ouder worden neemt de hoeveelheid kalk af
B
Als botten ouder worden neemt de hoeveelheid lijmstof af
C
Oudere botten breken minder snel

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurt er als de antagonist van de kuitspier van het linkerbeen zich samentrekt?
A
De rechtervoet buigt
B
De rechtervoet strekt
C
De linkervoet buigt
D
De linkervoet strekt

Slide 12 - Quiz

Wat verandert de kans op spierpijn niet?
A
Cooling-down doen na de training
B
Vaker gaan trainen
C
Verend rekken aan het eind van de warming-up
D
Warming-up voor de training

Slide 13 - Quiz

Welke spier beweegt zonder dat je je daar bewust van bent?
A
Je kuitspier
B
Je hartspier
C
Je voorste dijbeenspier
D
Je biceps

Slide 14 - Quiz

Wat is geen functie van het skelet?
A
Geeft vorm
B
Stevigheid
C
Groei
D
Beschermt organen

Slide 15 - Quiz

1
2
3
Lendenwervels
Halswervels
Borstwervels

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is de functie van het gewrichtssmeer?
A
Zorgt voor stevigheid van het gewricht
B
Laat het bewegen soepel verlopen
C
Zorgt ervoor dat het gewricht niet op slot gaat

Slide 17 - Quiz

Hoe ontstaat RSI?
A
Door een stoot, een stomp of een trap
B
Doordat je geen goede warming-up hebt gedaan
C
Door lange tijd steeds dezelfde beweging te maken
D
Door een sterke inspanning

Slide 18 - Quiz

Bij welke beenverbinding is de meeste beweging mogelijk?
A
Gewricht
B
Kraakbeenverbinding
C
Naadverbinding
D
Vergroeid

Slide 19 - Quiz