Jeelo 1674

Jeelo 1674
Hè bah, wilde ik dat wel weten?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Jeelo 1674
Hè bah, wilde ik dat wel weten?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel:

Ik weet wat een signaalwoord is en ik kan ze herkennen.
Leesdoel:

Ik leer wat ik aan mijn poep(gedrag) kan zien. Wat ik kan doen als het niet goed gaat. En hoe ik kan zorgen dat ik gezond blijf.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst 'globaal'
  • Lees de titel en tussenkopjes
  • Bekijk de plaatjes
  • Lees de inleiding

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van de schrijver? Het doel is.....
A
om de lezer te overtuigen
B
om de lezer te vermaken.
C
om de lezer te informeren.
D
de lezer te activeren

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de tekst met ons thema van Jeelo te maken?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee woorden herken je in het woord signaalwoorden?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden
  • Zinnen verbinden en het geeft een signaal.
  • De juf leest de inleiding voor. 

Slide 7 - Diapositive

Een signaalwoord is een woord dat ervoor zorgt om twee zinnen of alinea's aan elkaar te plakken.
Je leest de inleiding voor en benadrukt de woorden "maar", "want", "maar" en "en".
Wij doen het samen

Slide 8 - Diapositive

Wij doen het samen:

Ik lees de tekst voor en vraag de kinderen of ze per zin een signaalwoord zijn tegengekomen. Daarna vragen wat het voor een signaal geeft.
Jullie doen het samen
  1. Lees het stukje tekst.
  2. Kom je signaalwoorden tegen? Onderstreep deze met potlood.
  3. Bedenk wat dit signaalwoord voor een signaal geeft. 

Slide 9 - Diapositive

De kinderen werken met hun schoudermaatje aan de opdracht. Let op dat zij ook stap 3 maken. 

Doe hier ongeveer 5 minuten over.
Jij gaat het doen

Slide 10 - Diapositive

Differentiatie:
Onafhankelijke groep moeten er zelf achter komen hoeveel signaalwoorden er zijn. 

Basisgroep krijgt een werkblad, waarop hij of zij kan zien hoeveel signaalwoorden er per alinea zijn. 

Afhankelijke groep maakt het samen met mij.
Reflectie
Lesdoel: 
Ik weet wat een signaalwoord is en ik kan ze herkennen in een tekst.

Leesdoel:
Ik leer wat ik aan mijn poep(gedrag) kan zien. Wat ik kan doen als het niet goed gaat. En hoe ik kan zorgen dat ik gezond blijf. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke signaalwoorden ben je tegengekomen in de tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan je zien als je naar je poep kijkt?
A
Of ik meer moet bewegen
B
Of ik ziek ben
C
Of ik genoeg gedronken heb
D
Of ik genoeg heb gegeten

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet ik doen als het niet goed gaat?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorg ik dat ik
gezond blijf?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet een signaalwoord?
A
De plek waar een komma moet
B
Woorden die ze bij de politie, brandweer en ambulance gebruiken
C
Woorden uit een stripverhaal
D
Het geeft een signaal af

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik snap aan het einde van de les wat een signaalwoord is en ik kan het toepassen.
Ik snap wat gezond (poep) gedrag is.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbanden
  1. Tijd
  2. Opsomming
  3. Tegenstelling
  4. Vergelijking
  5. Oorzaak-gevolg
  6. Voorbeeld
  7. Reden


Bedenk voor elk verband één zin met daarin een signaalwoord die bij dat verband hoort.
Schrijf dit op een A4'tje in tweetallen. Jullie krijgen hiervoor 5 minuten.
Signaalwoorden
  1. Voordat, nadat, eerst, daarna
  2. en, ook, ten eerste....ten tweede, tot slot
  3. maar, echter, hoewel, toch
  4. zoals, zo, in vergelijking met
  5. door, doordat, waardoor
  6. bijvoorbeeld, voorbeeld, zoals
  7. want, omdat, daarom, vanwege


Eerder klaar?
Denkvraag: 
Wat zullen de meest voorkomende signaalwoorden zijn?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ één zin in van de vorige opdracht.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Meest voorkomende signaalwoorden

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik het werkblad
De juf doet voor
Jullie doen het samen

Groepje bij mij om het samen te doen.
Jaylinn, Mathilda, Elvira, Lieke (?), Annelie, Tirza

10 minuten. Eerder klaar? 
Denkvraag: Wat is gezond (poep)gedrag?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is gezond poepgedrag?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions