Adjectives

Adjectives

Adjectives = bijv nw

Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 

te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.

We all love that funny movie.

I think he is a terrible teacher.

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Het mooie meisje                 The beautiful girl

Een makkelijk vak                  An easy subject

De fantastische show         The fantastic show

Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

Adjectives

*Je zet een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord.

*Bij sommige zinnen zet je ze achter het werkwoord.

Dit is bij de volgende werkwoorden: 

to be (am, are, is, was ,were, been), to look, to appear, to seem.

Voorbeelden:

The party is very noisy.

The apartment is large.

"I just bought a beautiful dress."
Waar zegt beautiful iets over?

"That's a dangerous road."
Waar zegt dangerous iets over?

Max is a ... singer.

1. good
2. well

Madonna is a ... singer.

1. terribly
2. terrible

Nigel drives a _____ car.

1. beautiful
2. beautifully

Daniel is a very _____ boy.

1. smart
2. smartly

Anya always wears _____ clothes.

1. nice
2. nicely

Rachel lives in a _____ house.

1. big
2. bigly

Jackie has a _____ bag.

1. pretty
2. prettily

Essie has _____ eyes.

1. good
2. goodly

Look at page …

Do exercises…

Je kunt ook een adjective (bijvoeglijk naamwoord) aan een zin toevoegen. Een adjective zegt iets over het zelfstandig naamwoord (noun). Je zet ze dan voor het zelfstandig naamwoord. 

He watched a funny film.

They bought a lovely dress.

We had a good time.

Zoals je weet bestaat er in het Engels een vaste woordvolgorde: wie / doet / wat / waar / wanneer.

 

He - watched - a movie - at his friend’s house - last weekend.

Wie - doet - wat - waar - wanneer

Soms zet je een adjective achter het werkwoord. In dat geval geeft de adjective extra informatie over het onderwerp. 

Dit kan bij werkwoorden zoals to be, look, appear en seem.

  

She looks amazing in my new dress.

I am curious to see that new film.

They seem focussed on their singing careers.