Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen?
Toets nabespreken
Uitleg bs 4 met vragen
Opdrachten maken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen bs 4: Je kunt.....
Uitleggen wat dominante en recessieve allelen zijn.
in een vraagstuk benoemen wat het genotype en wat het fenotype is van een organisme.
afleiden of iemand homozygoot of heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Een stier kan zwart of bruin zijn. Zwart is dominant Welke letters heeft een homozygote bruine stier?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
a
Slide 7 - Quiz
Iemand heeft voor de oogkleur de allelen Rr Deze persoon is........ voor de oogkleur
A
heterozygoot dominant
B
heterozygoot
C
homozygoot recessief
D
Homozygoot dominant
Slide 8 - Quiz
Homozygoot dominant
Homozygoot recessief
Heterozygoot
Aa
AA
rr
RR
Qq
hh
HH
Gg
Slide 9 - Question de remorquage
(Dominant zie je altijd in fenotype!) (Recessief zie je alleen in fenotype als dominant afwezig is.)
Vachtkleur van konijn is zwart of wit Mannetje = heterozygoot en zwart Welke kleur is dan dominant?
A
Zwart
B
wit
C
Dat kun je niet weten
Slide 10 - Quiz
(Dominant zie je altijd in fenotype!) (recessief zie je alleen in fenotype als dominant afwezig is.)
Vachtkleur van konijn is zwart of wit Mannetje = heterozygoot en zwart Welke kleur is dan recessief?
A
Zwart
B
wit
C
Dat kun je niet weten
Slide 11 - Quiz
(Dominant zie je altijd in fenotype!) (recessief zie je alleen in fenotype als dominant afwezig is.)
Vachtkleur van konijn is zwart of wit Mannetje = heterozygoot en zwart Is een wit konijn dan homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Dat kun je niet weten
Slide 12 - Quiz
aan de slag!
Maak bs 4 = opdracht 10 en 11
bs 1 t/m 3 moet al af zijn!
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Als een homozygote vader met Zwart haar (Zwart = dominant) En een heterozygote moeder met Zwart haar Kinderen krijgen → hoeveel kans hebben ze dan op een kind met blond haar? Eerst kijken welke letters de ouders hebben = P generatie
A
RR x Rr
B
Rr x Rr
C
RR x rr
D
rr x Rr
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Als een homozygote vader met Zwart haar (Zwart = dominant) En een heterozygote moeder met Zwart haar Kinderen krijgen → hoeveel kans hebben ze dan op een kind met blond haar? P generatie = RR x Rr Welke geslachtscellen kunnen de ouders maken?
A
R of R x R of r
B
R of r x R of r
C
R of R x r of r
D
r of r x R of r
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
F 1
R
R
R
r
moeder
vader
F 1 = eerste generatie
Genotype uitrekenen
Je mag vader en moeder ook omdraaien
Slide 20 - Diapositive
F 1
R
R
R
RR
RR
r
Rr
Rr
moeder
vader
F 1 = eerste generatie
Genotype uitrekenen
Je mag vader en moeder ook omdraaien
Schrijf altijd eerst de hoofdletter!
Slide 21 - Diapositive
Als een homozygote vader met Zwart haar (Zwart = dominant) En een heterozygote moeder met Zwart haar Kinderen krijgen → hoeveel kans hebben ze dan op een kind met blond haar? Wat is fenotype van ouders?