§1.2 + §1.4

§1.2 Kans en variabele
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§1.2 Kans en variabele

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetmatigheid
Een wet waarbij je geen uitzonderingen verwacht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kans
De waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Variabele
Een kenmerk van een actor of samenleving dat kan variëren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke variabelen horen bij dit verband?:
Heb je als hoogopgeleide meer kans op een baan?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke variabelen horen bij dit verband?:
Zijn ouderen eenzamer dan jongeren?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetmatigheid
Kans
Variabele
Zwaartekracht
IQ
De aarde draait om de zon
Spijpelaars vertonen later crimineel gedrag
Sekse
Leeftijd

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

§1.4 Model en hypothesen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conceptueel model
Een schema met hokjes en pijltjes waarin de invloed van variabelen op elkaar wordt weergegeven

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Leg het conceptueel model uit

Slide 10 - Question ouverte

Hoe de leerkracht zich opstelt naar de leerling, heeft invloed op hoe de leerling zichzelf ziet.

Is er een mogelijkheid dat het gedrag van de leerling hier ook een rol in speelt? 
Als dit het geval is, op welke variabele zou het dan van invloed zijn?

Slide 11 - Question ouverte

Privékwesties, cijfers, etc.
Soort school
Onderwijs
prestaties kinderen
Soort mediaopvoeding ouders
Mate van gepest worden

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypothese
Een toetsbare idee over de werkelijkheid. Dit is in de vorm van een stelling en hoeft niet altijd waar te zijn.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een goede hypothese?
A
Hebben jongens een hoger IQ?
B
Hebben jongens een hoger IQ dan meisjes?
C
Hebben meisjes een hoger of lager IQ dan jongens?
D
Meisjes hebben een hoger IQ dan jongens.

Slide 14 - Quiz

Een hypothese is een stelling, geen vraag.

Stel een hypothese op bij het conceptueel model

Slide 15 - Question ouverte

Bijvoorbeeld: Hoe meer kilometer en leerling moet afleggen van huis naar school, hoe minder energie een leerling heeft.
Maar ook goed is: hoe meer kilometers... hoe meer energie...
Het gaat er niet om of de hypothese waar is maar of deze toetsbaar is. En als je je fysiek inzet kan dat trouwens ook een positief effect hebben op een positieve inzet tijdens het leren.