Paragraaf 8.3 De Nederlandse grondwet

8.2
8.3
8.1
7.6
1 / 30
suivant
Slide 1: Question de remorquage
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

8.2
8.3
8.1
7.6

Slide 1 - Question de remorquage

Dictatuur
De Nederlandse grondwet
Democratie
Handhaving en regels

Slide 2 - Question de remorquage

8.3 De Nederlandse grondwet
8.2 Dictatuur
7.4 De betekenis van rechtsregels 
7.5 Handhaving van rechtsregels
Dictator, dictatuur, militaire junta, democratisch centralisme
Grondwet
positieve recht, ideale recht, rechtsstaat
normbesef, negatieve sancties, sociale controle, anoniem

Slide 3 - Question de remorquage

Paragraaf 8.1
Paragraaf 8.3
Paragraaf 8.2 Dictatuur
Paragraaf 7.5
Parlement, monarchie, republiek, referendum
Grondwet
Dictator, dictatuur, militaire junta, democratisch centralisme
normbesef, negatieve sancties, sociale controle, anoniem

Slide 4 - Question de remorquage



Kennisvragen - antwoorden - 8.3 De Nederlandse grondwet 
 1 Hoe ons land bestuurd moet worden; welke grondrechten burgers in Nederland hebben. Regels en voorschriften voor: het handelen van de koning(in); erfopvolging, inrichting, samenstelling en werkwijze van de volksvertegenwoordiging; hoe wetten gemaakt moeten worden; de rechtspraak; herziening van de grondwet en hoe provincies, gemeenten en waterschappen bestuurd moeten worden.  
2 Nee. 

Slide 5 - Diapositive

De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Balkenende
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

In de grondwet staat niet hoe ons land bestuurd word.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

In het tweede hoofdstuk van de grondwet staan de grondrechten.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

In de grondwet staan voorschriften hoe de koning en de ministers moeten handelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

In de grondwet staat niet hoe de erfopvolging van de koning is geregeld.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

In de grondwet staat hoe de inrichting van de volksvertegenwoordiging moet zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

In de grondwet staat ook hoe wetten moeten worden gemaakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

In de grondwet staan geen regels voor de rechtsspraak.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

In de grondwet wordt niet uitgelegd hoe de herziening van de grondwet in zijn werk gaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

In de grondwet staat hoe provincies, gemeenten en waterschappen bestuurd moeten worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

In de grondwet staat alles van Nederland tot in detail uitgewerkt.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Thorbecke.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wanneer de koning overlijd heeft het oudste kind voorrang bij erfopvolging.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

In 1845 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Thorbecke
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

In de grondwet staat hoe ons land bestuurd word.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

In het eerste hoofdstuk van de grondwet staan de grondrechten.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

In de grondwet staan geen voorschriften hoe de koning en de ministers moeten handelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

In de grondwet staat hoe de erfopvolging van de koning is geregeld.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

In de grondwet staat niet hoe de inrichting van de volksvertegenwoordiging moet zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

De Tweede en Eerste kamer is een volksvertegenwoordiging.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz



Toepassingsvragen - antwoorden - 8.3 De Nederlandse grondwet 
3 a Constantijn, zoon van Beatrix.
b 18 jaar.
4a De monarchie blijft populair in Nederland.
b Nee, want slechts 8% van de ondervraagden wil een republiek.
c Een meerderheid van de bevolking vindt die macht precies goed.
d - contrasigneren: handtekening onder wetten zetten;
- representatieve taken: voorlezen troonrede op prinsjesdag;
- wekelijks overleg met de minister-president;
- ze wijst de kabinetsformateur aan;
- ze kan minister aansporen, kritiseren enz.
5a 70% van de bevolking vindt dat dit moet.
b 62% van de bevolking is van mening dat die openheid er moet komen. 

Slide 30 - Diapositive