Paragraaf 8.1 democratie

Speciale rechten en plichten voor jeugdigen
De betekenis van rechtsregels
Democratie
Handhaving en regels
1 / 24
suivant
Slide 1: Question de remorquage
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Speciale rechten en plichten voor jeugdigen
De betekenis van rechtsregels
Democratie
Handhaving en regels

Slide 1 - Question de remorquage

7.3 Regels
7.6 Speciale rechten en plichten voor jeugdigen
7.4 De betekenis van rechtsregels 
7.5 Handhaving van rechtsregels
hoorrecht, identificatieplicht
Geschreven en ongeschreven regels
positieve recht, ideale recht, rechtsstaat
normbesef, negatieve sancties, sociale controle, anoniem

Slide 2 - Question de remorquage

Paragraaf 8.1
Paragraaf 7.6
Paragraaf 7.3
Paragraaf 7.5
Parlement, monarchie, republiek, referendum
Hoorrecht, identificatieplicht 
Geschreven en ongeschreven regels. 
normbesef, negatieve sancties, sociale controle, anoniem

Slide 3 - Question de remorquage

antwoorden - begrippenlijst - 8.1 democratie
1 Volksvertegenwoordiging.

2 Grondwet.  

3 Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.  

4 Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.  

5 Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.  
6 Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
7 De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
8 Volksraadpleging. 

Slide 4 - Diapositive

Volksvertegenwoordiging.
Grondwet.
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.
Parlement 
Constitutie
Monarchie
Republiek

Slide 5 - Question de remorquage

Parlement.
Constitutie.
Monarchie
Republiek.

Slide 6 - Question de remorquage

republiek
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Slide 7 - Quiz

Constitutie
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Slide 8 - Quiz

Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
A
Parlement
B
Constitutie
C
Monarchie
D
Republiek

Slide 9 - Quiz

Grondwet.
A
Parlement
B
Constitutie
C
Monarchie
D
Republiek

Slide 10 - Quiz

Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen. 
De hele bevolking regeert als het ware direct mee. 
Volksraadpleging. 
Democratie
Indirecte democratie
Directe democratie
Referendum

Slide 11 - Question de remorquage

Democratie
Indirecte democratie 
Indirecte democratie
Referendum 

Slide 12 - Question de remorquage

Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen. 
De hele bevolking regeert als het ware direct mee. 
Volksraadpleging. 

Slide 13 - Question de remorquage

Volksraadpleging.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
directe democratie
D
referendum

Slide 14 - Quiz

Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
directe democratie
D
referendum

Slide 15 - Quiz

Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
directe democratie
D
referendum

Slide 16 - Quiz

Democratie
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging.

Slide 17 - Quiz

Referendum
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging.

Slide 18 - Quiz

Directe democratie
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging.

Slide 19 - Quiz

Indirecte democratie
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging.

Slide 20 - Quiz

Kennisvragen - antoorden - 8.1 democratie 
Zij vertegenwoordigen onze belangen in de volksvertegenwoordiging.

Slide 21 - Diapositive

Nederland is een parlementaire constitutionele democratie.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Parlement wil zeggen dat de Nederlandse bevolking zijn eigen volksvertegenwoordiging kiest, namelijk de Tweede kamer.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Toepassingsvragen - antwoorden - Paragraaf 8.1 Democratie 
10a De derde dinsdag van september. Het parlementair jaar wordt geopend. De koning leest in de Ridderzaal de Troonrede voor.
b Ze zijn aanwezig. Ze rijden in de Gouden Koets. Aan het eind gaan ze op het balkon staan bij Paleis Noordeinde, waar ze worden toegezwaaid door vele mensen.

c Het is voor iedereen al duidelijk wie de nieuwe koning of koningin wordt.

11a De bevolking mag zich uitspreken of men het eens is met het grootschalige energieplan van de overheid.

B De minister reageerde positief.

c De bevolking beslist rechtstreeks.

d De bevolking weet te weinig van het onderwerp af en neemt een verkeerde beslissing.
12 Willem-Alexander wordt afgebeeld met het kapsel van zijn moeder. Hij is de opvolger van Beatrix.

13a Voorlezen van de troonrede.

b Nee de spotprent geeft aan dat zij het bezuinigen niet zo slim vindt.

*14 Macron.

*15a Dat ze slecht functioneert. Je trekt je blijkbaar niks meer aan van de mening van de kiezers.

b Door bij nieuwe verkiezingen niet meer op ze te stemmen. 

Slide 24 - Diapositive