Alles en nog wat

Alles en nog wat
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 62 min

Éléments de cette leçon

Alles en nog wat

Slide 1 - Diapositive

zijn jullie er klaar voor ?
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 2 - Quiz

7x4=
A
11
B
20
C
28
D
24

Slide 3 - Quiz

9x2=
A
9
B
18
C
26
D
36

Slide 4 - Quiz

3x6=
A
18
B
19
C
16
D
20

Slide 5 - Quiz

1x1=
A
0
B
10
C
100
D
1

Slide 6 - Quiz

10x0=
A
1
B
10
C
0
D
100

Slide 7 - Quiz

8x8=65
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

4x5=
A
10
B
15
C
25
D
20

Slide 9 - Quiz

wat is 9x9

Slide 10 - Question ouverte

6x8=
A
40
B
45
C
48
D
52

Slide 11 - Quiz

10+32=
A
40
B
42
C
32
D
53

Slide 12 - Quiz

12+25=

Slide 13 - Question ouverte

11+11=
A
21
B
11
C
33
D
22

Slide 14 - Quiz

99+6=

Slide 15 - Question ouverte

8+55=
A
62
B
64
C
65
D
63

Slide 16 - Quiz

30-17=
A
13
B
10
C
47
D
36

Slide 17 - Quiz

63-5=
A
68
B
65
C
58
D
54

Slide 18 - Quiz

40-39=

Slide 19 - Question ouverte

50-11=39
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

100-50=
A
0
B
50
C
100
D
150

Slide 21 - Quiz

hoelaat is het
A
2 uur
B
3 uur
C
1uur
D
5uur

Slide 22 - Quiz

hoelaat is het

Slide 23 - Question ouverte

is het hier 10 uur?
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

is het hier half 9?
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

hoelaat is het
A
7 uur
B
8 uur
C
half 7
D
half 8

Slide 26 - Quiz

hoelaat is het
A
11 uur
B
12 uur
C
1 uur

Slide 27 - Quiz

hoelaat is het

Slide 28 - Question ouverte

hoelaat is het
A
3 uur
B
2 uur
C
4 uur
D
5 uur

Slide 29 - Quiz

hoelaat is het

Slide 30 - Question ouverte

hoelaat is het
A
kwart over 12
B
kwart voor 12
C
12 uur
D
half 12

Slide 31 - Quiz

Lynn maakt chocomel voor 5 personen. Ze heeft 10 schepjes cacao nodig. Hoeveel schepjes heeft ze nodig voor 10 personen?
A
5
B
20
C
10
D
ik weet het niet

Slide 32 - Quiz

Boer Morris heeft 70 kippen. Boer Jax heeft 95 kippen. Hoeveel heeft boer Brouwer er meer dan boer Bartels?
A
50
B
28
C
34
D
25

Slide 33 - Quiz

Een nachtje slapen in een strandhuisje kost 8 euro. Isa wit graag 3 nachten blijven. Hoeveel moet hij betalen?
A
8
B
12
C
24
D
30

Slide 34 - Quiz

Dean heeft 45 euro in zijn spaarpot. Voor zijn verjaardag krijgt hij 9 en 18 euro. Hij doet alles in zijn spaarpot. Hoeveel zit daar nu in?
A
ik snap het niet
B
72
C
80
D
100

Slide 35 - Quiz

Gigi heeft 81 stickers. Ze wil aan haar vriendin Mealynn 10 stickers geven. Hoeveel stickers houdt Gigi over?
A
71
B
70
C
80
D
0

Slide 36 - Quiz

In de klas van Fe zitten 20 kinderen. Ze zitten in 5 even grote groepjes. Hoeveel kinderen zitten er in elk groepje?
A
5
B
10
C
4
D
6

Slide 37 - Quiz

Liam zit in de tram met 24 mensen. Er stappen 26 mensen in. Hoeveel mensen zitten er nu in de tram?
A
24
B
0
C
50
D
51

Slide 38 - Quiz

Lois koopt 9 trossen bananen. Aan iedere tros zitten 5 bananen. Hoeveel bananen heeft hij gekocht?
A
40
B
45
C
50
D
52

Slide 39 - Quiz

Giel, Emre en Karim hebben samen 99 euro verzameld. hoeveel euro krijgt ieder kind
A
20
B
50
C
ik snap het niet
D
33

Slide 40 - Quiz

Welk getal ligt het dichtst bij 67?
A
61
B
71
C
60
D
73

Slide 41 - Quiz

Bij een ijskraam worden ijsjes van 2 euro verkocht. juffrouw Joyce koopt er 25 voor alle kinderen. Hoeveel moet hij betalen?
A
50
B
25
C
0
D
40

Slide 42 - Quiz