ne

Examentraining Nederlands
Pak je schrift en etui erbij.
Maak aantekening tijdens het luisteren. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo tLeerroute VTLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Examentraining Nederlands
Pak je schrift en etui erbij.
Maak aantekening tijdens het luisteren. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste punten van het examen Nederlands benoemen en weet je hoe je het examen moet maken.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het doel van de les en bespreek dit kort met de studenten.
Wat weet jij al over het examen Nederlands schrijven?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud examen
Het examen Nederlands bestaat uit diverse teksten met vragen met daarna een schrijfopdracht. Je kunt één van de drie schrijfopdrachten verwachten.

Slide 4 - Diapositive

Beschrijf de verschillende onderdelen van het examen en benadruk dat het belangrijk is om te weten wat er van je wordt verwacht.
Opdracht 1
Noteer minimaal 6 tekstverbanden

Slide 5 - Diapositive

Laat de studenten in tweetallen of individueel aan deze opdracht werken. Bespreek daarna klassikaal hoe de opdracht kan worden aangepakt.
Opdracht 2
Welke vier tekstdoelen ken je?

Slide 6 - Diapositive

Laat de studenten in tweetallen of individueel aan deze opdracht werken. Bespreek daarna klassikaal hoe de opdracht kan worden aangepakt.
Opdracht 3
Wat betekent 'citeren'?

Slide 7 - Diapositive

Laat de studenten in tweetallen of individueel aan deze opdracht werken. Bespreek daarna klassikaal hoe de opdracht kan worden aangepakt.
Tijdsbeheer
Het is belangrijk om je tijd goed te verdelen tijdens het examen. Zorg dat je voldoende tijd overhoudt voor het nakijken van je werk.

Slide 8 - Diapositive

Geef tips over hoe de studenten hun tijd het beste kunnen indelen tijdens het examen.
Spelling en grammatica
Zorg ervoor dat je spelling en grammatica in orde zijn. Let vooral op veelvoorkomende fouten zoals dt-fouten.

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf het belang van correcte spelling en grammatica en geef tips over hoe de studenten hierop kunnen letten tijdens het examen.
Structuur
Zorg voor een goede structuur in je tekst. Maak gebruik van alinea's en signaalwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Beschrijf het belang van een goede structuur en geef tips over hoe de studenten dit kunnen toepassen in hun eigen teksten.
Vocabulaire
Gebruik gevarieerde en relevante woorden in je tekst. Let op het juiste gebruik van woorden en uitdrukkingen.

Slide 11 - Diapositive

Beschrijf het belang van een gevarieerde woordenschat en geef tips over hoe de studenten hun vocabulaire kunnen uitbreiden.
Oefenen
Oefen met het maken van oude examens. Zo wen je aan de vraagstelling en weet je wat je kunt verwachten.

Weet je waar je deze kunt vinden?

Slide 12 - Diapositive

Geef de studenten de opdracht om thuis of in de klas te oefenen met het maken van soortgelijke opdrachten als het examen.
DOEN:
Kies één opdracht waaraan je gaat werken. Werk de schrijfopdracht zo uit zoals je dat op je examen ook zou doen. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

✍️ Oefening 1 – Artikel: Mobiele telefoons op school
De school overweegt om mobiele telefoons helemaal te verbieden tijdens schooltijd. Sommige leerlingen zijn het hiermee eens, anderen vinden het een slecht idee.
Opdracht:
• Schrijf een artikel voor de schoolkrant.
• Geef duidelijk jouw mening over het verbod.
• Noem minstens twee argumenten voor jouw standpunt.
• Geef een voorbeeld uit de praktijk.
• Zorg voor een duidelijke opbouw: inleiding – middenstuk – afsluiting.
• Schrijf in een neutrale, informatieve toon, passend bij een schoolkrant.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

✍️ Oefening 2 – Zakelijke brief: Klacht over bestelling


Casus:
Je hebt kleding besteld via een webshop. Het pakket kwam pas na drie weken en de trui was beschadigd.
Opdracht:
• Schrijf een zakelijke brief aan de webshop.
• Leg kort uit wat je hebt besteld en wat er is misgegaan.
• Dien een klacht in.
• Geef aan wat je verwacht als oplossing (nieuw product, geld terug, etc.).
• Gebruik een formele toon.
• Zorg voor juiste briefopmaak: aanhef, alinea’s, afsluiting.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leren:
Tekstverbanden: schrijf ze op en leer ze uit je hoofd. Laat je overhoren

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je zelf nog doen om je voor te bereiden op het examen?

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Wat neem je mee uit deze training? Wat heb je geleerd? Wat heb je onthouden?

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Wanneer is het examen Nederlands en hoeveel tijd heb je hiervoor?

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.