Herhaling hoofdstuk 2

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!

Slide 1 - Diapositive

lesdoel

Aan het einde van de les heb je alle leerdoelen behaald of weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken voor je PTA.


Slide 2 - Diapositive

lesinhoud

uitleg in groepen en keuzeonderdeel

quiz met herhaling van hoofdstuk 1 en 2

Slide 3 - Diapositive

uitleg in groepjes (30 min)
koers: opgave 5 + 6
hoogtelijnen en vert. doorsnede: 10 + 11 + 12
diagonalen, lichaamsdoorsnede, lichaamsdiagonaal: 14 + 16

Slide 4 - Diapositive

kiezen uit: (30 min)

- maken van de herhaling (zie opgaves slide), meer mag ook

- maken van de afsluitende opgaven (A opgaven) van elke paragraaf.

- kijken van filmpjes uit de verschillende lessen

- maken van een mind map (samenvatting) over dit hoofdstuk

Ben je klaar dan kies je iets anders!

We werken in stilte!


Slide 5 - Diapositive

Welke windrichting hoort bij
225 graden?
A
NO
B
ZO
C
ZW
D
NW

Slide 6 - Quiz

Huiswerk

leren SE hoofdstuk 1 en 2!

Maak om te oefenen de opgaves uit de herhaling.

Kijk de filmpjes!


3m.wi2 geen les meer. Loop even langs of mail met vragen.

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel graden is windrichting West?
A
0 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 8 - Quiz

wb blz 11

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel graden is de koers van
Algiers naar Napels?

Slide 10 - Carte mentale

Vanuit Bizerte vaar je met een
koers van 312 graden.
In welke haven kom je?

Slide 11 - Carte mentale

Hoe ver is die route in werkelijkheid?

Slide 12 - Carte mentale

Fotovraag:
Teken de schaallijn bij de vorige kaart.
Zet ook je berekening er bij.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de koers van het strand naar de snackbar?
A
Noord Oost
B
45 graden
C
Zuid West
D
225 graden

Slide 14 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 15 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 3.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
3000 cm
B
30 cm
C
3 cm
D
30000 cm

Slide 16 - Quiz

Wat is de volgorde voor het tekenen van een verticale doorsnede?
1
2
3
4
5
6
F. Zorg dat de gewenste lijn AB horizontaal ligt
A. Teken door de punten een vloeiende lijn
B. Teken precies onder de A een verticale as
C. Teken stippellijnen naar de juiste hoogtelijnen
D. Teken een horizontale as zolang als AB
E. AB snijdt de hoogtelijnen. Zet daar stippen

Slide 17 - Question de remorquage

Waar moet je op letten bij het tekenen van een verticale doorsnede?
A
Dat de lijn horizontaal ligt.
B
Dat stappen tussen de hoogtelijnen dezelfde stappen op de verticale as zijn.
C
Dat je vanuit de lijn loodrecht naar beneden een stippellijn tekent tot aan de juiste hoogte.
D
A, B en C zijn alledrie goed.

Slide 18 - Quiz

Op welke hoogte ligt
punt B?
A
500 m
B
600 m
C
700 m
D
800 m

Slide 19 - Quiz

Wat is het hoogste punt
op deze kaart?
A
920 m
B
820m
C
720 m
D
620 m

Slide 20 - Quiz

Als je van A naar B loopt,
loop je eerst...
A
omhoog
B
omlaag

Slide 21 - Quiz

Als je van A naar B loopt,
loop je het laatste stukje...
A
omhoog
B
omlaag

Slide 22 - Quiz

De kaart is op schaal 1 : 200 000.
Op de kaart is de afstand 5 cm.
Hoeveel km is de afstand hemelsbreed
in het echt?
A
1 000 000 cm
B
10 km
C
1 km
D
100 000 cm

Slide 23 - Quiz

De kaart is op schaal 1 : 200 000.
Op de kaart is de afstand 5 cm, dus 10 km
in het echt hemelsbreed.
Hoeveel is de afstand over de weg
ongeveer?
A
8,3 km
B
15 km
C
7,5 km
D
12 km

Slide 24 - Quiz

Wat is dit?

Slide 25 - Carte mentale

Hoeveel hoekpunten heeft deze piramide?

Slide 26 - Carte mentale

Hoe heet deze vorm in de wiskunde?

Slide 27 - Carte mentale

Hoe heet deze vorm in de wiskunde?

Slide 28 - Carte mentale

Wat is een uitslag?

Slide 29 - Question ouverte

Wat kun je vertellen over aanzichten?

Slide 30 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met een lichaamsdiagonaal?

Slide 31 - Question ouverte

De lichaamsdiagonaal is
A
AB
B
AG
C
AC
D
EG

Slide 32 - Quiz

Fotovraag:
Hoe lang is HB?

Slide 33 - Question ouverte

Fotovraag:
Teken vlak BCQP op ware grootte.

Slide 34 - Question ouverte

Opgave 38 blz 88
In de kubus is diagonaalvlak DBFH getekend.
Dat vlak is een doorsnede van de kubus.
Bereken de lengte van HF met de stelling van
Pythagoras. Rond af op één decimaal
A
4,7 cm
B
5,9 cm
C
5,7 cm
D
4,8 cm

Slide 35 - Quiz

Bereken de
lichaamsdiagonaal.

A
6,0
B
5,385..
C
4,690..
D
4,898..

Slide 36 - Quiz


De stelling van Pythagoras is ...
A
PR²+PQ²=QR²
B
PR²+QR²=PQ²
C
PQ²+QR²=PR²
D
Geen idee

Slide 37 - Quiz

Geef de aanzichten de juiste naam.
Tekst
Zij-aanzicht
Boven-aanzicht
Voor-aanzicht

Slide 38 - Question de remorquage

b
b
vooraan
zicht
Uitzicht vanuit
punt b
zij aanzicht

Slide 39 - Question de remorquage

Hoek S1 en hoek S2 zijn overstaande hoeken. Hoe groot is hoek S1?
A
66 graden
B
48 graden
C
56 graden
D
76 graden

Slide 40 - Quiz

Dit is een gelijkbenige driehoek. Wat weet je dan?
A
twee zijden even lang en twee hoeken even groot
B
twee zijden even lang
C
twee hoeken even groot
D
niks

Slide 41 - Quiz

In een driehoek zijn de hoeken samen... (hoekensom driehoek)
A
180 graden
B
360 graden
C
90 graden

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Vidéo