24-5-2022 Wiederholung das Geschlecht der Substantive

der Unterrichtsplan

- Rückblick
-  Wiederholung das Geschlecht der Substantive
    Arbeitsbuch B.  Gram. C Kap. 4 Lektion 2 Aufg. 9

- Lernen für die Prüfung Arbeitsbuch A 
Kapitel 3. 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

der Unterrichtsplan

- Rückblick
-  Wiederholung das Geschlecht der Substantive
    Arbeitsbuch B.  Gram. C Kap. 4 Lektion 2 Aufg. 9

- Lernen für die Prüfung Arbeitsbuch A 
Kapitel 3. 

Slide 1 - Diapositive

Die Lernziele

- du kannst das Geschlecht der Substantive angeben.

Slide 2 - Diapositive




Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
uitleg

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al?
We gaan kijken hoeveel je zonder uitleg al weet. Maak de de quiz: welke woorden zijn der, die of das?
uitleg

Slide 4 - Diapositive

Bestellung
1/8
A
der
B
die
C
das

Slide 5 - Quiz

Freundin
2/8
A
der
B
die
C
das

Slide 6 - Quiz

Meerschweinchen
3/8
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

Gesundheit
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

Pilot
5/8
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

Aufgabe
6/8
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quiz

Fenster
7/8
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Frühling
8/8
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Aantekening
neem over 
in je schrift

Mannelijke woorden:
  • alle mannelijke mensen en dieren: der Lehrer
  • alle dagen van de week: der Montag
  • alle seizoenen: der Sommer
  • alle maanden: der Oktober
der Kater
uitleg

Slide 13 - Diapositive

Vrouwelijke woorden:
  • alle vrouwelijke mensen en dieren: die Oma
  • de meeste woorden op -e: die Adresse
  • alle woorden op -ung: die Zeitung
  • alle woorden op -schaft: die Freundschaft
  • alle woorden op -heit: die Freiheit
  • alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit 
die Katze
uitleg
Aantekening
neem over 
in je schrift

Slide 14 - Diapositive

Onzijdige woorden:
  • alle verkleinwoordjes, op -chen: das Kaninchen
  • de meeste het-woorden: das Dorf 
das Buch
uitleg
Aantekening
neem over 
in je schrift

Slide 15 - Diapositive

Ken je alle ezelsbruggetjes? Neem ze nog één keer goed door en maak de volgende 8 quizvragen. Succes!
uitleg

Slide 16 - Diapositive

-chen
1/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 17 - Quiz

seizoen
2/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 18 - Quiz

-schaft
3/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 19 - Quiz

vrouwelijk persoon
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quiz

-e
5/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 21 - Quiz

dagen/maanden
6/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 22 - Quiz

-ung
7/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 23 - Quiz

het
8/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 24 - Quiz

En nu kijken we of het je lukt de regels op woorden toe te passen. Weet jij welk ezelsbruggetje op het woord van toepassing is? Zet 'm op! Je krijgt weer 8 vragen.
uitleg

Slide 25 - Diapositive

Ausländer
1/8
vertaling
A
biologisch man/vrouw
B
verkleinwoord
C
dag/maand/seizoen
D
vrouwelijke uitgang

Slide 26 - Quiz

Panne
2/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
dag/maand/seizoen
C
het-woord
D
vrouwelijke uitgang

Slide 27 - Quiz

Wasser
3/8
vertaling
A
vrouwelijke uitgang
B
het-woord
C
biologisch man/vrouw
D
dag/maand/seizoen

Slide 28 - Quiz

Männlichkeit
4/8
vertaling
A
het-woord
B
biologisch man/vrouw
C
vrouwelijke uitgang
D
verkleinwoord

Slide 29 - Quiz

Wochenende
5/8
vertaling
A
dag/maand/seizoen
B
vrouwelijke uitgang
C
het-woord
D
verkleinwoord

Slide 30 - Quiz

Polizistin
6/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
biologisch man/vrouw
C
het-woord
D
dag/maand/seizoen

Slide 31 - Quiz

Mannschaft
7/8
vertaling
A
biologisch man/vrouw
B
verkleinwoord
C
vrouwelijke uitgang
D
het-woord

Slide 32 - Quiz

Mädchen
8/8
vertaling
A
het-woord
B
vrouwelijke uitgang
C
biologisch man/vrouw
D
verkleinwoord

Slide 33 - Quiz

Meervoud
der Freund
die Lehrerin
das Buch
die Freunde
die Lehrerinnen
die Bücher
lidwoord = altijd die

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive