Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
M3 week 38
Slide 1 - Diapositive
D'abord
Prend ton ordinateur
Magister / Elo/ Bronnen/ Leermiddelen / FA Libre Service
Meer lesmateriaal > 3/4 vmbo gt
Vul de code van je klas in / zwart poppetje rechtsboven
M3: volg les open lesson up en vul de code in
M4: start met ex. 1-7 Unite 5 Héros 1.1, 1.2, 1.3
Slide 2 - Diapositive
1HV1 Première leçon
Les objectifs :
Ik kan de werkwoorden avoir , être en de reg. ww. op -er gebruiken
Le programme :
Apprendre appr. 1,2,3 p. 36, 37
Faire ex. 8a,b,c en ligne / oefenen met verbuga de ww. être, avoir, danser
Bonjour! Bienvenue à la semaine trente-huit.
Slide 3 - Diapositive
Herhaling: de persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud ik ---> je jij ---> tu hij ---> il zij ---> elle men ---> on Meervoud wij --> nous u, jullie --> vous zij (mannelijk meervoud) --> ils zij (vrouwelijk meervoud) --> elles
Slide 4 - Diapositive
Herhaling: het werkwoord avoir
j'ai --> ik heb
tu as --> jij hebt
il/elle/on a --> hij/zij/men heeft
nous avons --> wij hebben
vous avez --> u hebt/jullie hebben
ils/elles ont --> zij hebben (meervoud)
Slide 5 - Diapositive
Herhaling: het werkwoord être
je suis --> ik ben
tu es --> jij bent
il/elle/on est --> hij/zij/men is
nous sommes --> wij zijn
vous êtes --> u bent/jullie zijn
ils/elles sont --> zij zijn (meervoud)
Slide 6 - Diapositive
Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.
Vous _______ une grande maison?
Slide 7 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.
Oui, on _____ une grande maison.
Slide 8 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord être.
Oui, nous ________________ au camping.
Slide 9 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord être
Je ________________ à la réception.
Slide 10 - Question ouverte
Au travail en ligne
EZELsbruggetje op het bord schrijven voor de reg. ww. -er