H1.3: Australië in de atlas

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

uitzoomen =

1. van een klein gebied naar een groot gebied
2. van een groot gebied naar een klein gebied

! 2 § naar 

Even

Bij inzoomen ga je naar een kleiner gebied. je ziet meer details.

1. niet waar
2. waar

Bij uitzoomen wordt de werkelijkheid verkleind, je ziet minder details.

1. waar
2. niet waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Relatieve afstand= afstand tussen twee plaatsen in reistijd of kosten en kan voor iedereen verschillen!

1. niet waar
2. waar

Bij inzoomen ga je naar een kleiner gebied. je ziet meer details.

1. niet waar
2. waar

Bij uitzoomen wordt de werkelijkheid verkleind, je ziet minder details.

1. waar
2. niet waar

Bij uitzoomen wordt de werkelijkheid verkleind, je ziet minder details.

1. waar
2. niet waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Relatieve afstand= afstand tussen twee plaatsen in reistijd of kosten en kan voor iedereen verschillen!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

natuurlijke elementen

inrichtings elementen

oerbossen

bergen

akkers

bruggen

vulkanen

wegen

rivieren

Kanalen

Relatieve afstand= afstand tussen twee plaatsen in reistijd of kosten en kan voor iedereen verschillen!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

Absolute afstand = de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn!

1. niet waar
2. waar

natuurlijke elementen

inrichtings elementen

oerbossen

bergen

akkers

bruggen

vulkanen

wegen

rivieren

Kanalen

in de atlas

H 1.3

Soorten kaarten

►Twee soorten kaarten:

•   ● overzichtskaarten: geven een overzicht van een gebied. waar  dingen zijn.

•  ● thematische kaarten: gaan over een bepaald onderwerp (thema),  zoals klimaat of talen.  

Bevolkingsdichtheid

 ● Vooral in grote steden wonen               veel mensen op

    1 km² (=                       ).

 ● In gebieden buiten de grote steden en in het binnenland (outback) wonen weinig mensen op 1 km²

    

(=                      ).

►Bevolkingsdichtheid: hoeveel mensen ergens per vierkante kilometer

    (km²) wonen.   

bevolkingsdichtheid =

oppervlakte

aantal inwoners

dichtbevolkt

dunbevolkt

Werken met de atlas

►Atlas: een boek met kaarten                                 Zoektips:

Werken met de atlas

https://mijn.schooltas.net/book?book_ids=b860a05f-0f22-43f1-b9dc-5a9e12131463#b860a05f-0f22-43f1-b9dc-5a9e12131463

Alcarta

Werk in uitvoering 1!

Opdracht 1: Lees TB blz 12 "Soorten kaarten" en                                                                   "bevolkingsdichtheid" goed door.

Opdracht 2: Noteer vragen die je misschien hebt in je     

                        aantekenschrift.

Opdracht 3: Maak Digitaal opdr 1, 2, 3,4,5

Werk in uitvoering 2!

Opdracht 1: Lees TB blz 13 "Werken met de atlas" goed door.

Opdracht 2: Noteer vragen die je misschien hebt in je     

                        aantekenschrift.

Opdracht 3: Maak Digitaal opdr 6, 7, 8, 9 en de samenvatting

Je gebruikt de bladwijzer, als je de plaats èn het land weet.

1. onjuist
2. juist

In het namenregister staan alléén de namen van landen en plaatsen.

1. onjuist
2. juist

In het namenregister staan alle aardrijkskundige namen op alfabet.

1. onjuist
2. juist

Het trefwoordenregister heet ook wel zaakregister.

1. juist
2. onjuist

Het namenregister gebruik je als je wel de naam weet, maar niet het land waar het ligt.

1. onjuist
2. juist

In het zaakregister staan de onderwerpen op alfabet.

1. juist
2. onjuist

Wat betekent: 76 E2

1. vak-kaartnummer
2. kaartnummer-vak

Als ik op een kaartblad naar een vak ga, gebruik ik het aardrijkskundige begrip ...........

Welke twee soorten kaarten zijn er in de aardrijkskunde?

1. wegenkaarten + thematische kaarten
2. overzichtskaarten + thematische kaarten
3. bergkaarten + overzichtskaarten
4. wegenkaarten + bergkaarten

Een thematische kaart geeft alle informatie over een gebied.

1. juist
2. onjuist

Een thematische kaart gaat over één onderwerp.

1. juist
2. onjuist

Bij bevolkingsdichtheid kijken we naar het aantal mensen per m2

1. onjuist
2. juist

In Australië wonen ongeveer 3 mensen per km2. We zeggen dan: "Australië is ..................... ."

In het binnenland van Australië wonen weinig mensen. Redenen kunnen zijn:

1. te koud
2. geen vruchtbare grond
3. te heet
4. bergen

Het tegenovergestelde van dunbevolkt is

Hoe reken je de bevolkingsdichtheid van een land uit?

1. aantal km2 gedeeld door aantal inwoners
2. aantal m2 gedeeld door aantal inwoners
3. aantal inwoners gedeeld door aantal m2
4. aantal inwoners gedeeld door aantal km2