In de voetbalwereld kun je veel geld verdienen. Zaakwaarnemers krijgen daar ook een bepaald bedrag van.
Belangrijke vraag stellen:
Antony is voor 100 miljoen Euro verkocht aan Manchester United. Hoeveel geld krijgt de zaakwaarnemer hiervan?
Slide 5 - Diapositive
Herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje:
Vorige week stond Piet bij de Jumbo te voetballen en toen kwam er opeens een scout aan. Hij bood Piet aan dat hij voor 10 euro per maand kon gaan spelen bij Zeerobben.
De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen:
Vorige week is Antony verkocht aan Manchester United. Gister werd bekend dat de zaakwaarnemers nu ruzie maken over wie het meeste recht heeft op geld.
Slide 6 - Diapositive
Probleem noemen:
Voetballers verdienen veel geld. Zaakwaarnemers zorgen ervoor dat zij dat geld kunnen verdienen. Eigenlijk verkopen zij de voetballer voor een goede prijs. Het probleem is nu dat niet altijd duidelijk is, wie het meeste voor de voetballer heeft gedaan.
Iemands persoonlijke ervaring vertellen of voorbeeld geven:
Frenky de Jong is een goede voetballer. Hij werd verkocht aan Barcelona en de zaakwaarnemers verdeelden de winst eerlijk. Piet kreeg 10% en Jan ook.
Slide 7 - Diapositive
Slot:
Een tekst afsluiten kan ook op verschillende manieren:
Samenvatting geven
conclusie trekken
antwoord geven op een belangrijke vraag
oplossing voor een probleem geven
een advies geven of een oproep doen
Slide 8 - Diapositive
Op toets en examen:
Bovenstaande vragen zijn altijd meerkeuzevragen op het examen en daarom ook op onze toetsen.
Slide 9 - Diapositive
Kernzin:
Belangrijkste zin van de alinea.
Meestal de eerste of laatste, soms de tweede.
De rest van de alinea is uitleg of voorbeeld.
In de kernzin staat de hoofdzaak dus het belangrijkste van die alinea. De voorbeelden en uitleg zijn bijzaken dus onbelangrijk.
In een samenvatting geef je de hoofdzaken weer. Bijzaken laat je achterwege.
Slide 10 - Diapositive
Hoofdgedachte:
De allerkortste samenvatting van een tekst is er een in 1 zin. We noemen dit de hoofdgedachte.
Je stelt jezelf de vraag: Wat vertelt de schrijver mij over het onderwerp van de tekst?
Het antwoord vind je vaak in de inleiding en het slot.
Let op! De hoofdgedachte is altijd een zin met hoofdletter en punt.
Slide 11 - Diapositive
Aan het werk:
maak opd 5 blz 104
Klaar: neem de theorie voor de toets vast door dus de gele stukken op blz 35,36,39,96,99,100,103,104.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.