H14 Reageren

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Na het overlijden treedt na een halfuur
rigor mortis ('lijkstijfheid') op. Geef hier een verklaring voor.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welke afbeelding is een lengtedoorsnede van glad spierweefsel?
A
afbeelding 1
B
afbeelding 2
C
afbeelding 3
D
gaan van de afbeeldingen

Slide 11 - Quiz

Bij RIGOR MORTIS (lijkstijfheid) is het sarcoplasmatisch reticulum niet langer in staat calciumionen uit het sarcoplasma te verwijderen. Wat is hiervan het gevolg?

Slide 12 - Question ouverte

Rigor mortis
Bij rigor mortis is het sacroplasmatisch reticulum niet langer in staat om calciumionen uit het sacroplasma te verwijderen. Hierdoor diffunderen calciumionen vanuit de extracellulaire vloeistof het sacroplasma in of lekken uit het sacroplasmatisch reticulum, wat leidt tot een langdurige contractie.

Slide 13 - Diapositive

Je oog

Slide 14 - Diapositive

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde: je kunt ze naar de juiste plaats slepen.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Oogkamer

Slide 15 - Question de remorquage

welke spier is verantwoordelijk voor het kleiner worden van de pupil?
A
oogspier
B
straalvormig lichaam
C
kringspieren in de iris
D
straalsgewijs lopende spieren van de pupil

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Als je geen kleine lettertjes meer kunt lezen, ben je.....
A
bijziend
B
slechtziend
C
verziend

Slide 18 - Quiz

Verziend
Van veraf zie je scherp, dichtbij niet.

oogbol is te kort

Beeld valt achter het netvlies.


Slide 19 - Diapositive

bijziend
dichtbij scherp zien.
verweg onscherp.

oogbol te lang.

oplossing: holle lens (-)

Slide 20 - Diapositive

Verziend en bijziend

  • Bolle lenzen (positieve bril) convergeren licht bij een verziend "oog". 
  • Holle lenzen(negatieve bril) divergeren licht bij een bijziend  "oog"

Slide 21 - Diapositive

Hiernaast zie je het oog van iemand die
A
bijziend is.
B
verziend is.
C
blind is.
D
oudziend is.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Netvlies
Van welke richting valt het licht op het netvlies ?
A
van boven
B
van onder
C
van links
D
van rechts

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

De blinde vlek-test

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Blinde vlek
Op de blinde vlek valt geen licht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz