H2L8 - Grammatica + stillezen - dinsdag

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

: )

Dinsdag

Planning van dit uur 

• Uitdelen overzicht leerstof
• Huiswerk bespreken
• Woordsoorten uitleg + opdrachten maken 

Planning van het volgende uur

• Woordkaartjes maken  
• Stillezen 30 minuten 

Aan het einde van deze les

• weet je wat woordsoorten zijn;
• kan je het zelfstandig naamwoord herkennen;
• kan je het lidwoord herkennen; 
• heb je gelezen in je nieuwe boek. 

Welkom 1VMB

Huiswerk bespreken

Wat	Huiswerk bespreken (opdracht 17 t/m 24 van Lezen 2.3)
Hoe	Klassikaal
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd	Ongeveer tien minuten
Uitkomst	Je bent hierna beter voorbereid op de repetitie van hoofdstuk 2
Klaar	Hierna gaan we verder met de les

                   Woordkaartjes maken  

Wat	Maak woordkaartjes van de woordenlijst van hoofdstuk 2 (bladzijde 137). Schrijf op elk kaartje aan de ene kant het woord uit de woordenlijst en aan de andere kant de betekenis.
Hoe	Fluisterend overleggen
Hulp	Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd	Tot het einde van de les
Uitkomst	Deze woorden moet je kennen voor de repetitie van hoofdstuk 2
Klaar	Oefen met de woordkaartjes. Leg steeds een kaartje op tafel. Weet jij welk woord bij de betekenis hoort of welke betekenis bij het woord? De kaartjes met woorden die je goed had, leg je weg, met de andere kaartjes oefen je verder.

Dinsdag leesdag

• Morgen: nieuw leesboek meenemen! 
• Het boek mag niet van dezelfde schrijver zijn als je eerste boek 
• C-boek / 12+ 

Waar vind je jouw eerste leesboek? 

In de mediatheek: alle boeken zijn geschikt

In de bibliotheek: C-boek

Van thuis: laat het boek door mij controleren 

Geef de keuze van je boek door via de lijst -->

docs.google.com

Stillezen

Wat	Lees in stilte in je leesboek
Hoe	Individueel
Hulp	Geen
Tijd	10 minuten
Uitkomst	Over dit boek ga jij jouw tweede opdracht maken
Klaar	Hierna gaan we verder met de les

Grammatica

Zinsdelen	Woordsoorten
Persoonsvorm, onderwerp, etcetera	Zelfstandig naamwoord, lidwoord, etcetera

Woordsoorten

Elk woord hoort bij een bepaalde woordsoort

Zelfstandig naamwoord

• Mens
• Dier 
• Plant
• Ding 
• (Plaats)namen
• Begrippen

Je kunt zelfstandig naamwoorden (vaak, niet altijd):

- in het meervoud zetten

- verkleinen

Je kunt voor een zelfstandig naamwoord meestal een lidwoord zetten. 

Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op uit deze zin:

Een man heeft het boek gepakt.

Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op uit deze zin:

In de sporthal van Hardinxveld is gisteren oorlog uitgebroken.

Lidwoord

• De, het, een
  
  
• Een lidwoord staat nooit alleen 
• Het lidwoord staat altijd bij het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
  
  
• De, het: bepaalde lidwoorden (duidelijk wat of wie je precies bedoelt) 
• Een: onbepaald lidwoord (niet duidelijk wat of wie je precies bedoelt) 

Let op: 

'Het' is niet altijd een lidwoord 

'Een' is niet altijd een lidwoord

Schrijf alle lidwoorden op uit deze zin:

Een man heeft het boek gepakt.

Schrijf alle lidwoorden op uit deze zin:

Eén van de mensen heeft het gedaan.

                   Individueel werken 

Wat	Lees de leertekst 'Zin, woord, woordsoort' (bladzijde 155) en 'Zelfstandig naamwoord' (bladzijde 156) en 'Lidwoord' (bladzijde 157) Maak opdracht 1 t/m 9 van 2.7 Grammatica
Hoe	Individueel, in stilte
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je langs komen met je vraag
Tijd	Tot het einde van de les
Uitkomst	Dit komt terug op de SO en op de repetitie
Klaar	Lees in je leesboek

Samenvatting van de les

Jij

• hebt inzicht in hoe je de repetitie hebt gemaakt;
  
• hebt gekozen met welk onderdeel je de komende periode meer gaat oefenen;
  
• hebt je huiswerk besproken;
  
• weet meer over de nieuwe boekopdracht. 

Huiswerk

• Lees de leertekst 'Zin, woord, woordsoort' (bladzijde 155) en 'Zelfstandig naamwoord' (bladzijde 156) en 'Lidwoord' (bladzijde 157)
• Maak opdracht 1 t/m 9 van 2.7 Grammatica