HA - week 39 - les 1 - Grammatica woordsoorten

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

Slide 1 - Diapositive

- Stillezen
- Start nieuwe onderwerp - grammatica woordsoorten
- Samen oefenen
- Zelf aan de slag
Planning deze les:

Slide 2 - Diapositive

- Je kent de woorden uit de woordenlijst.
- Je ziet hoe een zin is opgebouwd
- Je geeft aan welk woord laat zien wie iets doet en wanneer het gedaan wordt.

Doel van de les

Slide 3 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Herhalen grammatica zinsdelen

Slide 5 - Diapositive

Op welke manieren kun je in een zin de persoonsvorm vinden?

Slide 6 - Question ouverte

Wat kun je zeggen over de plek van de persoonsvorm in een zin?

Slide 7 - Question ouverte

Verdeel de zin in zinsdelen door de woorden in het goede 'zinsdeelvlak' te zetten. 
1
2 (persoonsvorm)
3
4
De
docent
is
in 
haar
eigen
woonkamer

Slide 8 - Question de remorquage

Elk woord in de zin een eigen functie.


Woordsoorten

Slide 9 - Diapositive

Elk woord in de zin een eigen functie.

Vergelijk met voetbal:
Zinsdelen - je kijkt naar de functies aanvallers, de keeper en de verdedigers in het veld. 
Woordsoorten - je kijkt naar de individuele spelers (Onana, Blind, Tadic, Neres, Dest etc. )
Woordsoorten

Slide 10 - Diapositive

Maak drie groepen van de woorden, gebruik ze allemaal: 
Boekenlegger
boeket
 fantasie 
  fraai 
 geniaal
geloven
 lelijk
nietmachine
tuinieren
ontmoeten 
regenen 
talent 
soldaat 
vakantie
verhuizen

Slide 11 - Question de remorquage

Elk woord in de zin een eigen functie.

Zelfstandig naamwoorden (zn)
- Dier, ding, mens, plaats, naam, plant 

Woordsoorten

Slide 12 - Diapositive

Elk woord in de zin een eigen functie.

Zelfstandig naamwoorden (zn)
- Dier, ding, mens, plaats, naam, plant 

bijv. docent, mama, stoel, poot, shirt, Barneveld, Jelle, grassprietje, berk, water, boterham, SDVB, VVOP, SSS. 

Alles wat een naam heeft is een zn eigennaam ( dus met hoofdletter)
Woordsoorten

Slide 13 - Diapositive

Elk woord in de zin een eigen functie.

Lidwoorden
- de, het, een.


Woordsoorten

Slide 14 - Diapositive

Elk woord in de zin een eigen functie.

Lidwoorden
- de, het, een.

Horen altijd bij een ZN: de bal,  een balletje, het kind 

Bepaalde lidwoorden: de, het
Onbepaald lidwoord: een
Woordsoorten

Slide 15 - Diapositive

Alle woorden in de zin hieronder kun je verplaatsen. Verplaats ALLEEN de zelfstandig naamwoorden en de lidwoorden naar het juiste vak. (rest blijft staan)
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
elke
leerling
heeft
de
boeken
op
het
tafeltje
liggen

Slide 16 - Question de remorquage

Alle woorden in de zin hieronder kun je verplaatsen. Verplaats ALLEEN de zelfstandig naamwoorden en de lidwoorden naar het juiste vak. (rest blijft staan)
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
een
busje
rijdt
over
het
terrein
van
de
school

Slide 17 - Question de remorquage

Wat:
- Maak je leerlijn van Grammatica: zelfstandig naamwoord en lidwoord H1 
(let op, er zijn twee onderdelen grammatica, dit is de onderste)

Wanneer:
Deze week 

klaar: Oefen met het kopje trainen/ ander
huiswerk


Aan de slag:

Slide 18 - Diapositive

- Leesboek mee
- Verder oefenen grammatica woordsoorten

Volgende les

Slide 19 - Diapositive