H3 taalkundig ontleden basistoets vooraf

toets GRAMMATICA 
repetitie
blz 62-65 taalkundig ontleden
opdracht 1 t/m 12
blz 122-123 redekundig ontleden
blz 124 wel: samengestelde zin opdracht 7(1e deel), 8 en 9
niet: bijvoeglijke bepaling & bijstelling

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

toets GRAMMATICA 
repetitie
blz 62-65 taalkundig ontleden
opdracht 1 t/m 12
blz 122-123 redekundig ontleden
blz 124 wel: samengestelde zin opdracht 7(1e deel), 8 en 9
niet: bijvoeglijke bepaling & bijstelling

Slide 1 - Diapositive

Welk woord is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles

Slide 2 - Quiz

Welk telwoord is:

Honderdste
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 3 - Quiz

Zijn is een koppelwerkwoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welk telwoord is:

Veel
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort woord is

rijdt
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 6 - Quiz

Welk woord is geen voegwoord?
A
Een
B
En
C
Of
D
Maar

Slide 7 - Quiz

want =
A
voegwoord
B
lidwoord

Slide 8 - Quiz


A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz

Hij fietst naar school.
fietst=
A
koppelwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
hulpwerkwoord

Slide 10 - Quiz

Kijk me eens aan!
A
aan is geen bijwoord
B
aan is een bijwoord

Slide 11 - Quiz

Ik wens je een heel fijne vakantie.
A
fijne is een bijwoord
B
fijne is geen bijwoord

Slide 12 - Quiz

Aardig
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

Het
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz

Gedachte
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

op
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Jumbo
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quiz

Het weer was erg slecht vandaag.
A
erg is een bijwoord
B
erg is geen bijwoord

Slide 18 - Quiz

Ze BLIJFT een apart geval.
A
Koppelwerkwoord
B
Hulpwerkwoord
C
Zelfstandig werkwoord

Slide 19 - Quiz

welk telwoord is:

eerste
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
C

Slide 20 - Quiz

omdat is een
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 21 - Quiz

Vergeet je paspoort niet.
A
Aantonende wijs
B
Gebiedende wijs (Imperatief)
C
Aanvoegende wijs

Slide 22 - Quiz

Het ga je goed!
A
Aantonende wijs
B
Aanvoegende wijs
C
Gebiedende wijs

Slide 23 - Quiz

Leve de vakantie.
A
Aantonende wijs (Indicatief)
B
Gebiedende wijs (Imperatief)
C
Aanvoegende wijs (Conjunctief)

Slide 24 - Quiz

Zullen we dit weekend gaan zeilen?
A
Aantonende wijs
B
Gebiedende wijs
C
Aanvoegende wijs

Slide 25 - Quiz