7.1 Zure en basische oplossingen

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les:
  1. Eigenschappen van zuren en basen
  2. Reacties bij het oplossen van zuren en basen
  3. Rekenen met pH/pOH en concentratie
  4. Waterconstante (verband tussen pH en pOH)
  5. Gebruik van indicatoren
  6. Significantie

Slide 2 - Diapositive

Zuur
smaak
bijtend
kalkaanslag verwijderen
bacteriedodend
Molecuul of ion dat H+ ionen kan afstaan
NB: niet opgelost zuur heeft atoombinding


 
Base
smaak (zeepachtig)
bijtend
vet verwijderen

Molecuul of ion dat Hionen kan opnemen
NB: niet opgeloste base heeft ionbinding (behalve NH3)


Slide 3 - Diapositive

ZUREN IN OPLOSSING:

ZUUR staat een H+ ion af aan H2O (de base)
HZ  +  H2O  -->  Z-  +  H3O+

Voorbeeld:
HCl  +  H2O  -->  Cl-  +  H3O+

Slide 4 - Diapositive

Base in oplossing:
Base neemt een H+-ion op van H2O (het zuur)
B-  + H2O  --> HB  +  OH-

Voorbeeld: 
S2-  +  H2O  -->  HS-  +  OH-

Slide 5 - Diapositive

Maak vraag 3

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

 WATERCONSTANTE
Zuiver water heeft een kleine elektrische geleidbaarheid.
Dat komt door  H3O+ en OH-
In zuiver water zijn deze concentraties gelijk: 10-7 mol/L
De waterconstante is dus 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

DEFINITIES

Slide 10 - Diapositive

Logaritme
  • neem een getal
  • schrijf dit getal als een macht van 10
  • de exponent heet de logaritme

Deze exponent is te vinden op je rekenmachine: 
klik log, typ getal

Slide 11 - Diapositive

Logaritme

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Significantie bij pH-berekeningen:
pH-decimalen 
bepalen

Slide 15 - Diapositive

maak 6

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

pH + pOH = 14

Slide 18 - Diapositive

Bereken de pH als 6,3 g HNO3 wordt opgelost in 0,5 L water

Strategie:
gram HNO3 -> mol HNO3 -> mol H3O+ -> [H3O+] -> pH



antw:  0,7

Slide 19 - Diapositive

Bereken de pH als 6,3 g HNO3 wordt opgelost in 0,5 L water.

Slide 20 - Diapositive

Bereken de pH als 5,0 g K2O wordt opgelost in
250 mL water.

K2O  +  H2O  -->  2K+  +  2OH-

Slide 21 - Diapositive

Bereken de pH als 5,0 g K2O wordt opgelost in
250 mL water.

Strategie: g K2O > mol K2O > mol OH> [OH-] > pOH > pH



antw: 13,67

Slide 22 - Diapositive

Bereken de pH als 5,0 g K2O wordt opgelost in
250 mL water

Slide 23 - Diapositive

onthouden
  1. Zuur staat H+ ion af       Base neemt H+ ion op
  2. Kw = [H3O+].[OH-] = 10-14
  3. pH = -log [H3O+] dus [H3O+] = 10-pH
  4. pOH = -log [OH-] dus [OH-] = 10-pOH 
  5. pH + pOH = 14
  6. sginficantie: pH-decimalen bepalen

Slide 24 - Diapositive

 pH bepalen met indicatoren 
(BINAS 52)
Er zijn verschillende indicatoren om de pH waarde (grof) te bepalen. De kleur van de indicator verandert bij bepaalde pH (het omslagtraject).

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

huiswerk

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

indicatoren

Slide 30 - Diapositive