Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
2 Jij en je geld
2.4 Verzekeren
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Opstart - 5 minuten
Herhaling vorige lessen - 5 minuten
Uitleg paragraaf 2.4 - 10 minuten
Opdrachten maken - 25 minuten
Vrije tijd - 5 minuten
Slide 2 - Diapositive
Je ziet een jas op internet staan voor €250. In de winkel is deze €300. Van welke geldfunctie is hier sprake?
A
ruilmiddel
B
rekenmiddel
C
spaarmiddel
Slide 3 - Quiz
In de kantine koop je een broodje voor € 2,50 Hier is sprake van?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 4 - Quiz
Je zet geld op je bankrekening. Je saldo ...?
A
stijgt
B
daalt
Slide 5 - Quiz
Aan het eind van deze lees weet je:
- waarom je een verzekering afsluit
- hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit
- hoe je met behulp van informatie de premie vaststelt
- wat het gevolg is als je een eigen risico hebt
Slide 6 - Diapositive
Degene die een verzekering afsluit is de verzekerde
Betaald premie aan de verzekeraar
Degene waarbij je een verzekering afsluit is de verzekeraar
Betaalt uit bij eventuele schade!
Je loopt risico --> Verzekering
Premie = Het bedrag wat je betaald om verzekerd te zijn
Slide 7 - Diapositive
Begrippen
Polis
een bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten
Polisvoorwaarden
De rechten en plichten van de verzekerde en verzekeraar.
Verzekerde / Verzekeraar?
Verzekerde = JIJ!
Verzekeraar = verzekeringsmaatschappij
Premie
Het bedrag dat je voor de verzekering betaalt
Slide 8 - Diapositive
Eigen risico
Als je schade hebt, krijg je een schadevergoeding
Soms moet je een deel van de schade zelf betalen --> eigen risico
Slide 9 - Diapositive
Sanne neemt een verzekering voor haar telefoon. Ze krijgt een document toegezonden. Daar staan alle afspraken en voorwaarden in. Dit heet een...
A
Verzekeraar
B
Eigen risico
C
Vrijwillig verzekeren
D
Polis
Slide 10 - Quiz
Jim denkt dat de kans groot is dat zijn e-bike gestolen kan worden. Daarom neemt hij een verzekering. Hij neemt een verzekering om zijn ... te verlagen.
A
Schade
B
Risico
C
Polis
D
Premie
Slide 11 - Quiz
De ... staan in de polis. Dit zijn alle plichten en rechten van de verzekeraar en verzekerde op een rij.
A
Polis
B
Risico
C
Polisvoorwaarden
D
Plan
Slide 12 - Quiz
Lynn heeft een reisverzekering. Tijdens haar vakantie raakt zij haar koffers kwijt. Ze heeft een schade van € 450. Haar eigen risico is € 100.
Welk bedrag betaalt de verzekeringsmaatschappij?
A
€ 450
B
€ 100
C
€ 350
D
€ 550
Slide 13 - Quiz
Opdrachten maken
Maak de opdrachten van paragraaf 2.4
bk begint op blz 72
kgt begint op blz 52
Huiswerk volgende week!
Eerder klaar? --> verder werken aan de rekenopgaves