Rekenen grafieken en diagrammen 06/03

Verbanden
Aan het einde van de les kan ik...
- Lijngrafieken aflezen en vragen beantwoorden over de lijngrafiek
- Staafdiagrammen aflezen en vragen beantwoorden over de staafdiagram
- Cirkeldiagrammen aflezen en vragen beantwoorden over de cirkeldiagram

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verbanden
Aan het einde van de les kan ik...
- Lijngrafieken aflezen en vragen beantwoorden over de lijngrafiek
- Staafdiagrammen aflezen en vragen beantwoorden over de staafdiagram
- Cirkeldiagrammen aflezen en vragen beantwoorden over de cirkeldiagram

Slide 1 - Diapositive

Waarom zijn grafieken en diagrammen handig?

Slide 2 - Diapositive

Op welke dag (datum) viel de minste regen?

Slide 3 - Question ouverte

Hoeveel mm regen viel er op 2 december?

Slide 4 - Question ouverte

Hoeveel mm regen viel er op 2, 7 en 9 december samen?

Slide 5 - Question ouverte

Bekijk de grafiek om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 6 - Diapositive


Welke dag was de warmste dag van de week?

Slide 7 - Question ouverte


Wanneer was de 
maximumtemperatuur het laagst?

Slide 8 - Question ouverte


Op welke dagen was de minimumtemperatuur het hoogst? 
A
dinsdag en zaterdag
B
woensdag en zaterdag
C
dinsdag en donderdag
D
zaterdag en zondag

Slide 9 - Quiz

Kosten voor het wassen 
van je kleren
 
Hoeveel kost
het waspoeder bij een wasprogramma
 van 60°C?

Schrijf dit getal op een briefje!

Slide 10 - Diapositive

Kosten voor het wassen 
van je kleren
 
Wat is het verschil in de 
kosten voor elektriciteit 
bij een wasprogramma 
van 40°C en 90°C?

Schrijf dit getal op een briefje!

Slide 11 - Diapositive

Kosten voor het wassen 
van je kleren

Welk programma gebruikt het meeste water?

Schrijf dit antwoord op een briefje!

Slide 12 - Diapositive

Kosten voor het wassen 
van je kleren
 
Wat kost een wasbeurt 
met een temperatuur van
 60°C in totaal?

Schrijf deze uitkomst op een briefje!

Slide 13 - Diapositive

Kosten voor het wassen 
van je kleren
 
Wat is het verschil in de kosten 
van het onderhoud 
van alle drie de programma's?

Schrijf dit getal op een briefje!

Slide 14 - Diapositive

Vul de antwoorden van de laatste 5 vragen onder elkaar in.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo


Hoeveel procent van de jongens speelt per week
4 - 5 uur games?
A
18 %
B
11 %
C
46 %
D
26 %

Slide 17 - Quiz


Hoeveel procent van de jongens speelt per week
9 uur of langer games?
A
18 %
B
11 %
C
46 %
D
28 %

Slide 18 - Quiz


Hoeveel procent van de jongens speelt per week
0 - 5 uur games?
A
62 %
B
72 %
C
46 %
D
26 %

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo


Hoeveel procent van de mensen had in 2004 diabetes?
A
3,1 %
B
2,5 %
C
4,1 %
D
4,8 %

Slide 21 - Quiz


Hoeveel procent van de mensen had in 2010 diabetes?
A
3,1 %
B
2,5 %
C
4,1 %
D
4,8 %

Slide 22 - Quiz

Wanneer bleef het percentage constant ?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
2005 - 2006
B
2008 - 2009
C
2010 - 2011
D
2012 - 2013

Slide 23 - Quiz


Wanneer daalde
het aantal personen
met diabetes ?
A
2012 - 2013
B
2008 - 2009
C
2001 - 2002
D
2005 - 2006

Slide 24 - Quiz


In welke jaren
steeg het aantal
studenten ?
A
alleen in 2013
B
van 2013 tot 2014
C
van 2012 tot 2013
D
van 2011 tot 2013

Slide 25 - Quiz


In welk jaar was het
aantal studenten het hoogst?
A
2012
B
2013
C
2011
D
2014

Slide 26 - Quiz


In welk jaar was het
aantal studenten
onder de 100 ?
A
2011
B
2013
C
2012
D
2014

Slide 27 - Quiz


In welke periode
groeit het katje
het snelst?
A
tussen 0 en 2 weken
B
tussen 2 en 4 weken
C
tussen 8 en 10 weken
D
tussen 4 en 6 weken

Slide 28 - Quiz


In welke periode
is het katje het
minste gegroeid?
A
tussen 0 en 2 weken
B
tussen 2 en 4 weken
C
tussen 8 en 10 weken
D
tussen 4 en 6 weken

Slide 29 - Quiz

In welke periode heeft
het katje zijn
gewicht minimaal verdubbeld?
(Meer antwoorden goed)
A
tussen 0 en 4 weken
B
tussen 2 en 4 weken
C
tussen 4 en 10 weken
D
tussen 4 en 8 weken

Slide 30 - Quiz


In welke maanden zorgen
4 kruiden voor
allergie-overlast?
A
in juli en augustus
B
in juni en juli
C
in juni, juli en augustus
D
in geen enkele maand

Slide 31 - Quiz


In welke maanden zorgen
2 kruiden voor
allergie-overlast?
A
in september en november
B
in mei en oktober
C
in geen enkele maand
D
in oktober en november

Slide 32 - Quiz


In welke maanden
is geen
allergie-overlast?
A
in januari, februari en maart
B
in januari, februari, maart en april
C
in januari, februari, maart, april en mei
D
in januari, februari, maart, april en december

Slide 33 - Quiz


Noem 3 verschillende grafieken of diagrammen waar we het in deze les over gehad hebben.

Slide 34 - Question ouverte

Noem op wat je nog allemaal wist
( bijv. van de vorige les)

Slide 35 - Question ouverte

Noem minimaal 3 dingen die je geleerd hebt 
in deze les.

Slide 36 - Diapositive

Wat heb ik geleerd?

Slide 37 - Carte mentale