Hoofdstuk 3.1 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

lesdoelen;

1.Je weet wat personages zijn

2.Je weet wat hoofdpersonen zijn

3.Je kunt aangeven wie de hoofdpersonen zijn in een verhaal

4.Je weet wat karaktereigenschappen zijn 

5.Je kunt karaktereigenschappen van een hoofdpersoon benoemen

Wat weet je al:

Fictie is alles wat verzonnen is: leesboeken, strips, films, musicals

Non-fictie is niet verzonnen, maar vooral bedoeld om te informeren

(schoolboeken, kookboeken, nieuwsberichten)

Je weet wat pictogrammen zijn

Je hebt geleerd hoe je een boek kunt kiezen dat je leuk vindt 

Dit weet je al;

*Fictie is alles wat verzonnen is: leesboeken, strips,films,musicals  

*Non-fictie is niet verzonnen, maar vooral bedoeld om te informeren

*schoolboeken, kookboeken, nieuwsberichten)

*Je weet wat pictogrammen zijn

*Je hebt geleerd hoe je een boek kunt kiezen dat je leuk vindt 

Personage

is een persoon in een verhaal  

leer je kennen door informatie over uiterlijk en karakter

 

 

 

 

 

Kijk naar onderstaand filmpje over hoofdpersonen en bijfiguren

https://youtu.be/FNdi6Cosgzg 

opdracht;

Kijk naar onderstaand filmpje over hoofdpersonen en bijfiguren

Mindmap personage

Je weet nu;

- dat de hoofdpersoon het belangrijkste personage is in een verhaal 

- je krijgt dus informatie over zijn uiterlijk en karakter

- dat je van de hoofdpersoon het meeste te weten komt: je leest wat hij zegt, doet, denkt en voelt

- je je vaak kunt inleven in de hoofdpersoon (identificeren)

- dat je vaak meerdere karaktereigenschappen kent van een hoofdpersoon.

Karaktereigenschappen zijn kenmerken van een personage. Karaktereigenschappen gaan over het innerlijk van een personage, b.v. lui, lief, aardig, vrolijk, driftig.

Personage leren kennen

- Direct: je leest in het verhaal direct hoe een personage is

- Indirect: je leert een personage kennen door wat hij/zij doet, zegt of wat anderen over hem/haar denken

Hoe herken je een hoofdpersoon?

hoofdpersoon

karaktereigenschappen

Een karakter van een hoofdpersoon leer je kennen doordat je let op wat iemand doet, zegt en denkt.

Voorbeelden:

grappig, onzeker, lui, druk, stoer, lief

Karakter is niet hoe iemand eruit ziet!

Maak de opdrachten van

Par. 3.1. opd. 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9