Opdracht 6: schrijf alle woorden over en zet de betekenis erachter. Weet je deze (nog) niet, dan lees je eerst tekst 4 en haal de betekenis uit de context.
Opdracht 7: Gebruik de theorie van blz. 33 om een schema te maken van tekst 4.
Klaar? Begin met het huiswerk van volgende week, §5 opdr. 8 en 9.