H5.4 Binnen de EU

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom

Welkom!

We gaan het vandaag hebben over handelen binnen de EU. 

•  Open je boek op bladzijde 20

Goedemorgen allemaal. Ik zie dat de meeste van jullie je boek al open hebben. Super fijn! Heb je dit nog niet pak hem er dan even bij. Vandaag gaan we het hebben over handelen binnen de EU. 

De vorige lessen hebben jullie het gehad over import, export en over de internationale handel. Voor Nederland is het zo dat we vooral met onze buurlanden en landen in de EU handelen. 

Vandaag gaan we daar dan ook dieper op in en komen we er achter wat voor voor- en nadelen dit heeft. 

Wat is een 'open economie'
en bedenk een land die dat heeft

Geef een paar leerlingen de beurt om de vraag te beantwoorden. 

Leerdoelen

1. Je kan uitleggen wat vrij verkeer van goederen, kapitaal en mensen binnen de EU betekent.
2. Je kan de voor- en nadelen van vrije handel uitleggen. 

Benoem de leerdoelen van deze les. 

Geef de leerlingen voorafgaand aan het bekijken van de video de volgende vragen:

• Waarom werken landen binnen de EU met elkaar samen?
• Welke voordelen worden er in de video genoemd over de vrijhandel binnen de EU? 

Geef een paar leerlingen na het kijken van de video de beurt om antwoord te geven. 

1. De Europese Unie is een samenwerking tussen 27 landen. 

2. Door de samenwerking is er minder kans op oorlog. 

3. Door het maken van afspraken over bijvoorbeeld de hoeveelheid vis die er uit de zee gehaald mag worden of de prijs voor graan. 

4. Er zijn binnen de EU nu geen grenscontroles meer en dat levert tijdwinst op. 

5. Dat je zonder er extra dingen voor te moeten regelen je mag verplaatsen binnen de EU, spullen mag kopen en werk mag verrichten. 

Binnen de Europese Unie is er vrijhandel

• Binnen de EU zijn geen handelsbelemmeringen bij in- en uitvoer van producten. Er is vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal.

• Je moet je bij de in- en uitvoer wel houden aan de regels houden. Bijvoorbeeld btw betalen. Deze regels verschillen per land

5.4: Binnen de EU

Zoals in de video ook duidelijk werd is er binnen de EU sprake van vrijhandel. 

Voorbeeld: Jos wil gempimpte sneakers kopen en vind twee aanbieders op het internet:  Emily uit Amerika en Sebastiaan uit Spanje. Bij wie kan Jos het makkelijkst de sneakers kopen (gelet op de vrijhandel)? 

Vrij verkeer van personen: Je mag overal in de EU wonen, werken en reizen.

• voor werken heb je de juiste diploma's nodig
• het recht op steun bij werkloosheid of ziekte verdwijnt

5.4: Binnen de EU

Als je tijdens een vakantie in bijvoorbeeld Italië verliefd wordt en de relatie houdt stand dan mag je die persoon naar Nederland halen zonder daarvoor extra regelingen te treffen. 

Vrij verkeer van kapitaal binnen de EU

• bij elke bank binnen EU sparen en lenen
• geld overmaken naar landen binnen de EU
• ook hierbij ben je gebonden aan regels van de landen
  

5.4: Binnen de EU

Voorbeelden:

• Litouwen: Litouwen staat bekend om zijn eenvoudige en snelle procedures voor het openen van bankrekeningen, evenals lage kosten voor bankdiensten.
• Letland: Net als Litouwen biedt Letland gunstige voorwaarden voor het openen van bankrekeningen en heeft het aantrekkelijke tarieven voor bankdiensten.
• Estland: Estland is een ander Baltisch land dat vaak wordt genoemd vanwege zijn gebruiksvriendelijke benadering van het openen van bankrekeningen, vooral voor niet-ingezetenen.
• Portugal: Portugal heeft gunstige belastingvoordelen voor gepensioneerden en niet-ingezetenen, waardoor het aantrekkelijk kan zijn voor expats.
• Malta: Malta heeft een gunstige belastingomgeving en is aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders en ondernemers

Door het vrije verkeer van goederen & diensten is:

• De concurrentie tussen ondernemingen in de EU toegenomen
  
• De internationale handel tussen de landen van de EU toegenomen

Bedrijven die geen concurrentie willen

maken afspraken: kartel. Deze afspraken zijn

verboden in de EU

5.4: Binnen de EU

De vrijhandel heeft ook gevolgen! De markt is groter geworden --> meer concurrentie. 

Voordelen van vrijhandel

1. Efficiente productie en lagere prijzen
2. Meer handel en productie en dus meer werkgelegenheid
3. Meer keuze voor consument
4. Bedrijven kunnen hun producten en diensten verkopen in andere landen van de wereld.

5.4: Binnen de EU

Nadelen van vrijhandel:

1. Herlocatie van arbeid, productie en investeringen (naar lage lonen landen, binnen EU is dit Oost-Europa)
2.  Milieuproblemen
3.  Buitenlandse concurrentie           Faillissement

5.4: Binnen de EU

Naast de genoemde voorbeelden op het bord moet Nederland de EU gehoorzamen. Stel dat Nederland niet wil dat er minder boeren moeten zijn en de EU wel dan moet NL gehoorzamen. 

Engeland was dit helemaal zat en is nu uit de EU. Dit was voor hun erg dubbel omdat ze de voordelen van de EU wilden behouden maar niet meer wilden gehoorzamen. 

5.4: Binnen de EU

Wat is vrijhandel?

1. Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
2. Een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen

A = Zitten

B = Staan

vrijhandel betekent: vrij verkeer van

1. Goederen, diensten, personen en kapitaal
2. Personen, kapitaal en goederen

Vrijhandel is voordelig voor

1. De overheid
2. De consument

Maak van H5.4 de volgende opdrachten:

• Maak opdracht 1 t/m 5 in je boek

--> Doe dit zelfstandig of vraag hulp 

 (fluisterend) aan je buurman/buurvrouw

--> Kom je er niet uit? Vraag het dan aan de docent

Aan het werk!

Zet de leerlingen aan het werk met opdracht 1 t/m 5

Eerder klaar? Laat ze alvast starten met opdracht 6, 8, 9 & 11

A. Bijvoorbeeld: Via Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Roemenië & Bulgarije. 

B. Bijvoorbeeld: Dat scheelt tijd en dus kosten. 

Uitwerking opdracht 1

A. Nee. Voorbeeld uitleg: Het rijbewijs is geldig in alle EU landen. 

B. Eigen antwoord

Uitwerking opdracht 2

A. Ja, Spanje hoort bij de EU. 

B. Niet altijd; de rente kan lager zijn of de belastingregeling kan ongunstig zijn. 

Uitwerking opdracht 3

A. Bijvoorbeeld: Er is meer werkgelegenheid en de winst stijgt.

B. Bijvoorbeeld: Hij betaald zo niet mee aan de winst van de Nederlandse handelaar. 

C. De Nederlandse bloemenexporteurs want die verkopen minder. 

Uitwerking opdracht 4

A. De prijs stijgt als het loon van het personeel stijgt. 

B. Dan zal ze minder ritten hebben en misschien ontslagen worden. 

C. De consument, want het transport wordt goedkoper en daarmee ook de prijs van de producten. 

Uitwerking opdracht 5

Maak van H5.4 de volgende opdrachten:

• Maak opdracht 6, 8, 9 & 11 
  

--> Doe dit zelfstandig of vraag hulp 

 (fluisterend) aan je buurman/buurvrouw

--> Kom je er niet uit? Vraag het dan aan de docent

Aan het werk!

Leerdoelen

1. Je kan uitleggen wat vrij verkeer van goederen, kapitaal en mensen binnen de EU betekent.
2. Je kan de voor- en nadelen van vrije handel uitleggen. 

Eindig de les centraal met het terugkoppelen naar het leerdoel. Geef een paar leerlingen de beurt en vraag of ze nog vragen hebben over de stof.